Bijzonder krediet voor de gemeenten
Op voorstel van de heer Patrick Dewael, Minister van Binnenlandse Zaken, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed tot berekening en verdeling van het bijzonder krediet voor het jaar 2003 voor de gemeenten op wiens grondgebied zich eigendommen bevinden die vrijgesteld zijn van onroerende voorheffing.
Op voorstel van de heer Patrick Dewael, Minister van Binnenlandse Zaken, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed tot berekening en verdeling van het bijzonder krediet voor het jaar 2003 voor de gemeenten op wiens grondgebied zich eigendommen bevinden die vrijgesteld zijn van onroerende voorheffing.
Het krediet dekt voor ten minste 72% de niet-inning van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing. De berekening van het krediet is gebaseerd op de gewestelijke aanslagvoeten en de gemeentelijke opcentiemen vastgesteld op 1 januari 1993 en op de meest recent gekende kadastrale inkomens (1 januari 2002), geïndexeerd vanaf 1 januari 1991. Het krediet wordt verdeeld op basis van het bedrag aan fiscale minderopbrengst per gemeente, berekend zoals het krediet. Voor 2003 bedraagt de niet-inning van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing 50.434.996 ?. Het in 2003 te verdelen krediet is dus gelijk aan 72% van 50.434.996 ?, namelijk 36.313.197 ?. Elke betrokken gemeente zal dus een aandeel krijgen gelijk aan ten minste 72% van de inkomsten die de inning van de opcentiemen haar zouden hebben opgebracht.