Bestrijding van sociale fraude
Arbeidsongeschiktheid maakt niet automatisch einde aan arbeidsovereenkomst
Arbeidsongeschiktheid maakt niet automatisch einde aan arbeidsovereenkomst
De ministerraad ging akkoord met het voorstel van minister van Werk Peter Vanvelthoven om een maatregel tegen de sociale fraude als amendement van het voorontwerp van wet houdende diverse bepalingen op te nemen. De maatregel voert een beslissing van de ministerraad van 24 oktober 2006 uit en voegt een nieuw artikel 34 in de wet op de arbeidsovereenkomsten in (wet van 3 juli 1978). Dat artikel bepaalt dat de arbeidsongeschiktheid die het gevolg is van ziekte of ongeval en waardoor de werknemer onmogelijk nog de overeengekomen arbeid kan verrichten, niet automatisch een einde maakt aan de arbeidsovereenkomst. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer of de behandelende geneesheer kunnen de definitieve arbeidsongeschiktheid vaststellen, maar in het laatste geval moet de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer de vaststelling bekrachtigen. Tien bijkomende geneesheren zijn daarvoor aangeworven door FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. De werkgever moet de werknemer aan het werk houden door zijn werk aan te passen of hem ander werk te geven. Wanneer dat onmogelijk is, kan men de overeenkomst wegens overmacht beëindigen na de bekrachtiging door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer.