Beperkende financiële maatregelen tegen Irak
Op voorstel van de heer Didier Reynders, Minister van Financiën, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed rond de beperkende financiële maatregelen tegen Irak.
Op voorstel van de heer Didier Reynders, Minister van Financiën, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed rond de beperkende financiële maatregelen tegen Irak.
Dit ontwerp beoogt de toepassing, in Belgisch recht, van de VN-resolutie 1483 (*) en van de Europese Verordening (**) betreffende bepaalde specifieke restricties op de economische en financiële betrekkingen met Irak en tot intrekking van de Verordening (***) van de Europese Raad. De Europese Verordening dringt aan op het bevriezen van alle tegoeden en andere financiële middelen van de vorige regering van Irak of van de overheidsondernemingen (met inbegrip van bedrijven naar privaat recht waarin de overheid een meerderheidsaandeel heeft) of agentschappen van de Republiek Irak, zoals geïdentificeerd door het Sanctiecomité en opgenomen in bijlage III van de Verordening (**), die zich op of na 22 mei 2003 buiten Irak bevonden. Er wordt eveneens aangedrongen op het bevriezen van alle tegoeden en andere middelen die toebehoren aan, eigendom zijn van of in het bezit zijn van de volgende personen, zoals geïdentificeerd door het Sanctiecomité en opgenomen in bijlage IV van de Verordening (**), zijnde: a) voormalig president Saddam Hussein; b) hoge functionarissen van zijn regime; c) naaste familieleden van deze personen of rechtspersonen, instanties of entiteiten waarvan de eigendom of de zeggenschap, rechtstreeks of onrechtstreeks, door de personen vermeld in a), b) en c) of door natuurlijke of rechtspersonen, die in hun naam of volgens hun instructies handelen, wordt gecontroleerd. Gezien de opheffing van resolutie 661 en de nieuwe bepalingen van resolutie 1483, uitgevoerd bij Verordening (**), moeten het koninklijk besluit van 8 augustus 1990 betreffende de financiële betrekkingen met bepaalde landen die in België als reglementaire basis heeft gediend, evenals het ministerieel uitvoeringsbesluit van 22 september 1990 worden opgeheven. Artikel 4 van de Europese Verordening, die op 8 juli 2003 in werking is getreden, is bindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke Lidstaat. De Minister van Financiën is bevoegd voor de organisatie en het treffen van elke uitvoeringsmaatregel terzake. (*) aangenomen door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op 22 mei 2003. (**) EG nr. 1210/2003 van de Raad van 7 juli 2003. (***) EG nr. 2465/1996 van de Raad.