Belgisch continentaal plat
De Ministerraad keurde een ontwerp van samenwerkingsakkoord goed tussen de Federale overheid en het Vlaamse Gewest over het onderzoek naar de invloed van de exploratie- en exploitatie activiteiten op de sedimentafzettingen en op het mariene milieu op het Belgisch continentaal plat.
Het ontwerp is een voorstel van de heer Johan Vande Lanotte, Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, en de heer Marc Verwilghen, Minister van Economie.
De Ministerraad keurde een ontwerp van samenwerkingsakkoord goed tussen de Federale overheid en het Vlaamse Gewest over het onderzoek naar de invloed van de exploratie- en exploitatie activiteiten op de sedimentafzettingen en op het mariene milieu op het Belgisch continentaal plat. Het ontwerp is een voorstel van de heer Johan Vande Lanotte, Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, en de heer Marc Verwilghen, Minister van Economie.
Het akkoord regelt de vergoedingen die de federale en Vlaamse overheidsinstellingen bekomen, om continu onderzoek te verrichten naar de invloed van exploitatie en exploratie van het Belgisch Continentaal plat op de sedimentafzettingen en op het mariene milieu, meer specifiek op de visserij. De Ministerraad keurde (*) de verdeelsleutel van de vergoedingen goed voor het Fonds voor Zandwinning (FOD Economie), de Beheerseenheid van het Mathematisch model van de Noordzee en het Schelde-estuarium (POD Wetenschapsbeleid) en het Departement Zeevisserij (nu Vlaamse Gemeenschap). De Raad van State oordeelde echter dat men via een koninklijk besluit geen vergoeding aan het Departement voor Zeevisserij kon toekennen, omdat het een Vlaamse instelling is. Daarom regelt men de financiële vergoeding voor het Departement voor Zeevisserij - 2/5 van de inkomsten van het Fonds voor Zandwinning - via een samenwerkingsakkoord. Verder regelt het akkoord de wijze waarop de instellingen informatie zullen uitwisselen en legt het hun respectieve taken vast. (*) op 19 december 2003 en 6 februari 2004.