België bepaalt standpunt voor internationale conferentie over Libië in Parijs
De internationale conferentie over Libië, die op 1 september op initiatief van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk in Parijs plaatsvindt, is een belangrijke stap in de transitie naar het post-Khadafi-tijdperk. Het is een gelegenheid voor de internationale gemeenschap om een sterk signaal te sturen van steun aan het Libische volk. Ook België, dat in Parijs wordt vertegenwoordigd door Eerste Minister Yves Leterme en Vice-eerste minister en Minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere, steunt het Libische volk op haar weg naar een vreedzame en democratische toekomst waarin de economische welvaart ten goede komt aan alle Libiërs.
De internationale conferentie over Libië, die op 1 september op initiatief van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk in Parijs plaatsvindt, is een belangrijke stap in de transitie naar het post-Khadafi-tijdperk. Het is een gelegenheid voor de internationale gemeenschap om een sterk signaal te sturen van steun aan het Libische volk. Ook België, dat in Parijs wordt vertegenwoordigd door Eerste Minister Yves Leterme en Vice-eerste minister en Minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere, steunt het Libische volk op haar weg naar een vreedzame en democratische toekomst waarin de economische welvaart ten goede komt aan alle Libiërs.
België bepaalt standpunt voor internationale conferentie over Libië in Parijs Brussel, 31 augustus 2011 De internationale conferentie over Libië, die op 1 september op initiatief van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk in Parijs plaatsvindt, is een belangrijke stap in de transitie naar het post-Khadafi-tijdperk. Het is een gelegenheid voor de internationale gemeenschap om een sterk signaal te sturen van steun aan het Libische volk. Ook België, dat in Parijs wordt vertegenwoordigd door Eerste Minister Yves Leterme en Vice-eerste minister en Minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere, steunt het Libische volk op haar weg naar een vreedzame en democratische toekomst waarin de economische welvaart ten goede komt aan alle Libiërs. Met die doelstelling voor ogen heeft het kernkabinet deze morgen volgende beslissingen genomen: 1. België neemt de nodige maatregelen om zijn ambassade in Tripoli zo snel mogelijk te heropenen, rekening houdend met de evolutie van de veiligheidssituatie in Tripoli en in overleg met andere Europese lidstaten die vóór het conflict een ambassade ter plekke hadden. Hiermee wenst België het belang te onderstrepen van goede diplomatieke betrekkingen met Libië. 2. Ons land bereidt ook stappen voor om, via een beslissing van het VN-sanctiecomité en in lijn met Veiligheidsraadsresolutie 1970, 100 miljoen euro Libische tegoeden te ontdooien. Die ontdooide tegoeden zullen gebruikt worden voor humanitaire doeleinden. 3. België zal 6 miljoen euro vrijmaken voor de wederopbouw van Libië. Ons land heeft op het budget Ontwikkelingssamenwerking al 2,6 miljoen euro hulp toegewezen aan vluchtelingen die aan de gevechten en de repressie wilden ontsnappen. Minister Olivier Chastel is bereid om daarenboven 3 miljoen euro vrij te maken in ondersteuning van de democratische overgang, in het kader van een regionale aanpak gebonden aan de Arabische Lente. "We weten dat de behoeften groot zijn", zegt Olivier Chastel, "maar ook dat Libië over belangrijke middelen beschikt. Het is daarom van wezenlijk belang dat die middelen voor de wederopbouw van het land en op een correcte manier worden gebruikt. De versterking van het maatschappelijk middenveld, een juiste vertegenwoordiging van de verschillende opvattingen, de garantie van de verantwoordelijkheid van de autoriteiten staan borg voor de invoering van een stabiele democratie, en dus van een gepast gebruik van de internationale fondsen en de eigen middelen van Libië ". Vanuit het budget Buitenlandse Zaken is Minister Vanackere bereid om ca. 250.000 euro ter beschikking te stellen. "Deze financiering zal prioritair gebruikt worden voor projecten die bijdragen tot een Libië waarin de veiligheid en de rechtsstaat voor al zijn inwoners gegarandeerd wordt", aldus Minister Vanackere. 4. Indien nodig is België ook bereid om een DVI-team (Disaster Victim Identification) te sturen om de Libiërs te ondersteunen bij de identificatie van de vele burgerslachtoffers van de oorlog. Van bij het begin van het Libische conflict heeft België, in toepassing van het beginsel van de ‘Responsibility to Protect' een actieve rol gespeeld in het beschermen van de Libische bevolking. Via concrete engagementen wenst België die actieve rol nu verder te zetten en zo mee te werken aan een betere toekomst voor die bevolking.