Avenant bij de overeenkomst tussen België en het Groothertogdom Luxemburg inzake belastingen
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès een voorontwerp van wet goed tot instemming met het avenant bij de overeenkomst tussen België en het Groothertogdom Luxemburg ter vermijding van dubbele belasting en tot regeling van sommige andere aangelegenheden inzake inkomsten- en vermogensbelasting.
Het avenant, dat op 5 december 2017 te Brussel werd ondertekend, wijzigt een paragraaf van het slotprotocol van de Belgisch-Luxemburgse Overeenkomst ter vermijding van dubbele belasting. De gewijzigde paragraaf bevestigt de toepassing van de OESO-regels inzake de belastingheffing van de niet-zelfstandige beroepen en met name van het principe van de fysieke aanwezigheid.
Ook wordt de zogenaamde '24-dagenregel' ingevoerd. Dit is een tolerantieregel die bepaalt dat een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat, die een dienstbetrekking uitoefent in de andere overeenkomstsluitende Staat, en die in de loop van een belastbaar tijdperk gedurende maximaal 24 dagen fysiek aanwezig is in zijn woonstaat en/of in een derde Staat om daar zijn dienstbetrekking uit te oefenen, geacht wordt zijn dienstbetrekking daadwerkelijk in de andere overeenkomstsluitende Staat uit te oefenen gedurende het gehele belastbaar tijdperk.
Wanneer de voorwaarden voor het toepassen van deze tolerantieregel vervuld zijn, ziet de woonstaat af van het belasten van de beloningen die verband houden met de dagen waarop de werkzaamheden in die woonstaat en/of in een derde Staat werden uitgeoefend, en mag de andere overeenkomstsluitende Staat de beloningen belasten alsof de werknemer gedurende het gehele belastbaar tijdperk in die andere Staat fysiek aanwezig was.
Het voorontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.