05 mei 2006 17:00

Antipestwet

Preventie van pesterijen op het werk

Preventie van pesterijen op het werk

De ministerraad paste de wetgeving tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk aan. Hiervoor stelde de heer Peter Vanvelthoven, Minister van Werk en Informatisering, een voorontwerp van wet en een ontwerp van koninklijk besluit aan de ministerraad voor. Het voorontwerp wijzigt verschillende bepalingen over het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder die betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. In de eerste plaats verbetert de nieuwe wetgeving de echte preventie. Elk bedrijf moet op zoek gaan naar mogelijke stressfactoren die de oorzaak kunnen zijn van pesterijen. Pesten op het werk wordt vaak veroorzaakt door de arbeidsorganisatie of door een slechte communicatie. Door die stressfactoren weg te nemen kan het bedrijf het aantal pestgevallen en conflicten verlagen. Volgens statistieken wordt 1 op 7 Belgen ooit het slachtoffer van pesten of ongewenst seksueel gedrag of geweld op het werk. Dat betekent dat heel wat gevallen niet aan het licht komen. Daarom komt er een systeem waarin de drempel om de problemen aan te kaarten wordt verlaagd. Slachtoffers van pesten moeten naar buiten durven komen met hun probleem. Een vertrouwenspersoon in het bedrijf moet een vlot, informeel aanspreekpunt zijn. Pesterijen op het werk werden tot nu toe in een te laat stadium aangepakt. Als een pestsituatie te lang aansleept, leidt dit tot ernstige gevolgen voor het slachtoffer en tot onoplosbare vijandschappen. Van een poging tot verzoening is dan geen sprake meer en dan helpen enkel stappen in de repressieve en gerechtelijke sfeer. De problemen moeten worden aangepakt voor ze ontaarden. Naast een preventieadviseur moet er nu ook zo veel mogelijk een interne vertrouwenspersoon komen. Dit is iemand uit het bedrijf zelf die op de werkvloer een oogje in het zeil houdt. Die persoon moet geschoold zijn in het ontdekken van pesterijen zodat hij of zij conflicten op voorhand kan vermijden. De vertrouwenspersoon moet in alle sereniteit kunnen tussenkomen, zonder druk of beïnvloeding. Indien nodig kan hij een beroep doen op het advies van de preventieadviseur. In de bestaande wetgeving waren misbruiken mogelijk. Het was voldoende dat men een vage klacht indiende om de hele procedure op te starten. Sommigen hoopten daarbij gedurende lange tijd van de ontslagbescherming te genieten die in de wet is voorzien. Om dergelijk misbruik te voorkomen, wordt een klacht voortaan pas aanvaard op voorwaarde dat er vooraf een gesprek was met de vertrouwenspersoon én op voorwaarde dat de klacht duidelijk gemotiveerd was. Als een probleem niet opgelost geraakt kunnen er daarna nog sancties volgen. Er is een verschil tussen plagen en pesten. Plagen moet kunnen, maar pesterijen moeten onmiddellijk en kordaat worden aangepakt. Zoniet leiden ze tot onoplosbare psychologische schade of tot ernstige conflicten. Als het tot een klacht komt is het meestal te laat. Door het aanstellen van een vertrouwenspersoon in zo veel mogelijk bedrijven wordt dit voorkomen. Samen met hem moeten werkgevers en werknemers spanningen en problemen zo veel mogelijk binnen het bedrijf proberen op te lossen. Het voorontwerp wordt voor advies aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer voorgelegd en daarna aan de Raad van State.