Ambtenarenzaken: oplossing voor de afwezigheid wegens ziekte van mandaathouders
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Ambtenarenzaken Petra De Sutter een ontwerp van koninklijk besluit goed houdende maatregelen bij afwezigheid wegens ziekte van mandaathouders van de federale overheid.
Het ontwerp van koninklijk besluit stelt nieuwe maatregelen voor om het niet uitoefenen van zijn functie door een houder van een management- of staffunctie ten gevolge van een afwezigheid wegens ziekte op te vangen wanneer de continuïteit van de openbare dienstverlening in het gedrang komt.
Om deze situatie te verhelpen worden er drie opties voorgesteld. Tijdens de langdurige afwezigheid wegens ziekte van een mandaathouder, kan de minister voorzien in:
- een tijdelijke overdracht van de bevoegdheden van de houder van het betreffende mandaat;
- een tijdelijke vervanging binnen het betreffende mandaat
- een tijdelijke of definitieve aanduiding van een andere mandaathouder
Voor elke optie is voorzien in een geldelijke tegemoetkoming om de financiële last die de aanduiding inhoudt te dekken.
De tijdelijke overdracht van bevoegdheden en de tijdelijke vervanging kunnen van kracht worden vanaf de aanvang van de afwezigheid wegens ziekte, zodra de continuïteit van de dienstverlening dat vereist. Binnen dezelfde context is de tijdelijke of definitieve aanduiding van een andere mandaathouder enkel mogelijk als de oorspronkelijke houder minstens zes maanden afwezig is wegens ziekte.
De mandaathouder behoudt al zijn rechten tijdens zijn periode van ziekte tot het einde van zijn mandaat. Na een definitieve vervanging van een andere mandaathouder kan de oorspronkelijke mandaathouder die terugkeert na ziekte vragen om ter beschikking gesteld te worden en zal hij derhalve opdrachten van algemeen belang toevertrouwd krijgen.
Het ontwerp wordt onderworpen aan syndicale onderhandelingen en wordt daarna ter advies voorgelegd aan de Raad van State.
Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten en tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de staffuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten