Ambtenarenzaken: invoering van de heroriëntering om professionele redenen en het werkplekleertraject
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Ambtenarenzaken Petra De Sutter een ontwerp van koninklijk besluit goed dat twee mechanismen invoert die focussen op de duurzame inzetbaarheid van personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt.
In de eerste plaats gaat het om de 'heroriëntering om professionele redenen', een intensieve begeleiding van personeelsleden die zich willen heroriënteren na een lange, ononderbroken periode van afwezigheid of tijdens een re-integratietraject na ziekte. Daarnaast is de heroriëntering ook mogelijk wanneer een personeelslid ambtshalve in mobiliteit wordt geplaatst of omdat de dienst een herstructurering of reorganisatie ondergaat.
Concreet wordt het personeelslid opgevolgd door een heroriënteringscoördinator en worden tijdens het begeleidingstraject tal van instrumenten aangereikt om de wedertewerkstelling te vergemakkelijken. Het begeleidingstraject bestaat uit een oriënterende fase en een begeleidingsfase en duurt maximaal vierentwintig maanden. Het traject mikt op een duurzame oplossing die een win-win is voor werknemer en overheidswerkgever.
Daarnaast wordt ook het werkplekleertraject geïntroduceerd. Dit mechanisme beoogt personen aan te trekken die een bepaalde affiniteit met een knelpuntberoep kunnen aantonen, maar daarom niet noodzakelijk over het juiste diploma beschikken, en stelt hen in staat de nodige competenties te verwerven om het beroep uit te oefenen. In een eerste fase wordt het traject opengesteld voor de functie van functioneel analist en ontwikkelaar.
Het traject bestaat uit twee mechanismen. Ten eerste kunnen ambtenaren binnen het federaal openbaar ambt de overstap maken via mobiliteit. Ten tweede kunnen externe kandidaten rechtstreeks worden aangeworven in het traject. Concreet bestaat het traject uit een combinatie van een intensief opleidingsprogramma met een eerste werkervaring in de functie. Op het einde van het traject dient men eveneens een eindwerk op te leveren. Na een goede evaluatie kan de kandidaat benoemd worden in de functie.
Verder verankert dit ontwerp het principe van een scholingsbeding in de reglementering. Het gaat hier om een beding waarbij de ambtenaar die een opleiding volgt op kosten van zijn federale dienst zich ertoe verbindt om aan deze laatste een gedeelte van de opleidingskosten terug te betalen ingeval hij zijn federale dienst verlaat voor het einde van een periode van drie jaar.
Tot slot voorziet het ontwerp in de mogelijkheid om ambtenaren van de klassen A2 tot A5 die gedurende twee jaar ter beschikking zijn gesteld een mobiliteit te geven naar de ontvangende dienst.
De minister van Ambtenarenzaken wordt ermee belast het ontwerp voor onderhandeling voor te leggen in het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten.
Het ontwerp wordt daarna ter advies voorgelegd aan de Raad van State.