Aanpassing elektriciteitswet
Op voorstel van de heer Marc Verwilghen, Minister van Energie, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed tot omzetting van de gas- en elektriciteitsrichtlijnen.
Op voorstel van de heer Marc Verwilghen, Minister van Energie, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed tot omzetting van de gas- en elektriciteitsrichtlijnen.
Het wetsontwerp voert ook de maatregel uit, zoals vervat in het regeerakkoord, die de bevoegdheden tussen de regulator en het Bestuur Energie duidelijker verdeelt. Wat betreft de omzetting van de elektriciteitsrichtlijn: Het voorontwerp heeft als doelstelling het door de wet van 29 april 1999 opgestarte liberaliseringsproces voor de nettoegang verder uit te diepen door: - de transparantie van de prijzen voor het elektriciteitstransport te versterken en deze voorspelbaar te maken. Dit vormt een essentieel element voor de stabiliteit van de leveringscontracten. - op basis van de best practices, zoals toegepast in de landen die aan België grenzen, te werken. Hiertoe voert het voorontwerp een systeem van meerjarentarieven in. De methode leidt tot verminderde administratieve lasten en voorziet, bovenop een herziening om de 4 jaren, in een jaarlijkse controle op basis van een aantal variabelen om na te gaan of de tarieven niet afwijken van de basisprincipes die de regulator aan het begin van de periode heeft goedgekeurd. Het voorontwerp besteedt eveneens aandacht aan de aanvoer van energie op het Belgische grondgebied in het kader van de mededinging door: - het verzekeren dat het beheer, het onderhoud en de uitbouw van het netwerk dat door Elia, de beheerder van het transportnetwerk uitgebaat wordt, zo gebeurt dat het netwerk betrouwbaar en veilig is. Zodat de leveringen voor de netwerkgebruikers regelmatig zijn en storende effecten vermeden worden die op economisch vlak gevaarlijk zijn, zoals een black-out; - het versterken van de koppelverbinding van het Belgische systeem door het verbeteren van de investeringsvoorwaarden van de koppelverbindingen om zo de oprichting van een afgesloten, lokale markt te vermijden. Het wetsontwerp stemt ook de regels inzake Corporate Governance af, die van toepassing zijn op de beheerder van het transportnetwerk, op het Wetboek van Vennootschappen om een mogelijke discriminatie van de andere Belgische vennootschappen te vermijden. Hierbij wordt ervoor gezorgd dat aan de onafhankelijkheidsvereisten ten opzichte van de activiteiten die geen verband houden met het elektriciteitstransport wordt voldaan. Ten slotte voorziet het voorontwerp in een specifieke vergunningsprocedure voor de bouw van installaties voor het opwekken van stroom wanneer de productiecapaciteit, de maatregelen inzake energie-efficiëntie en het beheer van de energievraag de bevoorradingszekerheid onvoldoende waarborgen. Wat betreft de omzetting van de gasrichtlijn: De gasrichtlijn voert het concept van de aanduiding van de aardgastransmissiebeheerder in. Naar het voorbeeld van de huidige elektriciteitsregeling worden drie afzonderlijke beheerders aangeduid: (i) de beheerder van het aardgastransportnet; (ii) de beheerder van de opslaginstallatie voor aardgas; en (iii) de beheerder van de LNG-installatie. Op basis van de voorstellen van de bedrijven die instaan voor het transport van aardgas en die momenteel houder zijn van een transportvergunning, zal de Minister de drie voornoemde beheerders aanduiden, overeenkomstig de in het ontwerp toegelichte procedure. Het ontwerp bepaalt dat de Raad van Bestuur, het Directiecomité of desgevallend de Gedelegeerd Bestuurder de regels inzake Corporate Governance uit het Wetboek van Vennootschappen in acht nemen. Zoals voor het voorontwerp van wet met betrekking tot elektriciteit, herziet de nieuwe tekst de tarificatiemethodologie om te verhelpen aan de nadelen die aan de huidige methode verbonden zijn. Het gaat om een gebrek aan voorspelbaarheid van de tarieven op lange termijn, een administratieve kost voor het jaarlijkse tariefbeheer en onregelmatige tarieven als gevolg van de jaarlijkse herziening. Naar het voorbeeld van het systeem zoals gebruikt in Nederland en Groot-Brittanië, voert de Regering een systeem van meerjarentarieven in. De basisprincipes laten toe: - voldoende inkomsten te waarborgen voor de beheerder van het transmissienetwerk zodat hij zijn wettelijke verplichtingen kan nakomen; - de bescherming van de consumentenbelangen te garanderen, voor wat de prijzen en de kwaliteit van de aangeboden diensten betreft. Wat betreft de verdeling van de bevoegdheden tussen de verschillende organen: Met het oog op een betere taakverdeling tussen de verschillende overheden, belast het voorontwerp het Bestuur Energie met de problemen inzake de evolutie van de infrastructuurbehoeften en kent aan de CREG de controle op de uitvoering van dit plan op het vlak van de operatoren toe. Met deze voorstellen wordt een grote stap voorwaarts gezet sinds de omzetting van de eerste Europese gas- en elekticiteitsrichtlijn in federale wetgeving, in 1999. België bouwt aldus gestadig verder aan een vrijgemaakte markt die positieve effecten met zich meebrengt voor alle eindafnemers. De Minister van Economie en Energie beklemtoont dat een constructieve, beredeneerde en gefundeerde aanpak, gebaseerd op een realistische middellange tot langetermijnvisie, hierbij een absolute noodzaak is. (*) van 26 juni 2003.