Eurojust
Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed tot omzetting van het besluit betreffende de oprichting van Eurojust, teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken.
Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed tot omzetting van het besluit betreffende de oprichting van Eurojust, teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken.
Eurojust is een permanente rechterlijke eenheid samengesteld uit 15 magistraten (een per lidstaat). Zij moet de samenwerking en de coördinatie inzake de strafonderzoeken gevoerd door de rechterlijke autoriteiten van de lidstaten, ondersteunen. De nationale leden van Eurojust zijn aangewezen sedert 1 mei 2002. Eurojust is in december 2002 verhuisd naar Den Haag. Zij zou gaandeweg moet worden uitgerust met de materiële en menselijke middelen die de eenheid de mogelijkheid bieden haar opdrachten uit te voeren. Het Belgische lid van Eurojust is mevrouw Michèle CONINSX, substituut van de procureur des konings te Brussel, die voordien het ambt van nationaal magistraat heeft vervuld. Het voorontwerp van wet bestaat uit twee delen. Het eerste deel heeft betrekking op de aanwijzingen (procedures, profielen, statuut) die op Belgisch vlak moeten gebeuren. Het gaat niet enkel om het permanente Belgische lid van Eurojust, maar vooral over de mogelijkheid om het Belgische lid van het controleorgaan van Eurojust aan te wijzen. Dat controleorgaan moet toezicht uitoefenen op de inachtneming door Eurojust van de regels inzake de bescherming van persoonsgegevens. Het tweede deel behandelt de betrekkingen tussen het Belgische lid van Eurojust en de andere leden van het Belgische openbaar ministerie. Het ontwerp van wet beoogt dat Eurojust een volwaardige gesprekspartner van de Belgische rechterlijke autoriteiten wordt: de verzoeken van Eurojust zijn bindend voor de rechterlijke autoriteiten want ingeval zij op een van die verzoeken weigeren in te gaan moet die weigering worden betekend en met redenen omkleed. De Belgische regering geeft aldus uiting aan haar wil bijzondere aandacht te schenken aan de Europese justitiële ruimte, zulks met het oog op de bestrijding van de grensoverschrijdende criminaliteit. Het ontwerp van wet huldigt tenslotte de centrale plaats die de federale procureur in ons land inneemt in zaken met een internationale dimensie: hij moet inderdaad de rol van interface spelen op het stuk van de contacten tussen Eurojust en de Belgische rechterlijke autoriteiten. (*) van de Raad van 28 februari 2002.