Verloren voorwerpen
Inkorting van de verplichte bewaartermijn van verloren voorwerpen door de NMBS - tweede lezing
Inkorting van de verplichte bewaartermijn van verloren voorwerpen door de NMBS - tweede lezing
De ministerraad heeft in tweede lezing een voorontwerp van wet goedgekeurd over de verplichte bewaring van verloren voorwerpen door de spoorwegmaatschappij. Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen Vincent Van Quickenborne legde het voorontwerp aan de ministerraad voor. Het voorontwerp is aangepast aan het advies van de Raad van State.
Het voorontwerp kort de verplichte bewaartermijn in tot 50 kalenderdagen. Zo kunnen de verloren voorwerpen in de stations worden bewaard en is er geen centrale opslagplaats meer nodig. Na de termijn van 50 dagen kunnen de voorwerpen worden afgestaan aan ondernemingen van sociale inschakelingseconomie. De NMBS zal een overeenkomst afsluiten met de belangstellende partners.
De NMBS zal ook meer inspanningen leveren om de rechtmatige eigenaars van verloren voorwerpen op te sporen. Zelf op zoek gaan naar een verloren voorwerp, wordt ook makkelijker via een centraal register dat in elk station kan worden geraadpleegd.
De oude wetgeving over het bewaren van verloren voorwerpen door de NMBS dateert van de 19e eeuw. Volgens die wetgeving moeten de verloren voorwerpen 6 maanden worden bewaard in een beveiligde opslagplaats alvorens overgemaakt te worden aan de Administratie Registratie en Domeinen die instaat voor de verkoop.