Rust- en overlevingspensioen
Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Werk en Pensioenen, en mevrouw Sabine Laruelle, Minister van Landbouw en Middenstand, keurde de Ministerraad twee ontwerpen van koninklijk besluit (*) goed rond het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en zelfstandigen.
Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Werk en Pensioenen, en mevrouw Sabine Laruelle, Minister van Landbouw en Middenstand, keurde de Ministerraad twee ontwerpen van koninklijk besluit (*) goed rond het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en zelfstandigen.
De ontwerpen beogen aan de gerechtigden op een pensioen in de werknemers- en de zelfstandigenregeling, dat daadwerkelijk en voor de eerste maal is ingegaan in 1996, een herwaardering van het maandelijks pensioenbedrag met 2% toe te kennen vanaf 1 april 2004. Eerder waren al de pensioenen van iedereen die vóór 1996 met pensioen is gegaan met 2% opgetrokken. Het gaat hier om erg bescheiden verhogingen maar toch is de maatregel nodig: als men dergelijke kleine aanpassingen achterwege laat, ontstaat er een onaanvaardbare kloof tussen de pensioenen van de ouderen en de pensioenen van de jongere gepensioneerden. Ook moet hierbij worden onderstreept dat niet iedere gepensioneerde de verhoging werkelijk zal voelen. Bijvoorbeeld bij gepensioneerden die ook genieten van een inkomensgarantie voor ouderen (IGO) wordt de stijging van het pensioen grotendeels tenietgedaan door een daling van de IGO. (*) - ontwerp van koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 29, §4, van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers; - ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 35 van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen.