Cambodja
Gerechtelijke samenwerking met de bijzondere kamers belast met de vervolging van de misdaden gepleegd onder het regime van Democratisch Kampuchea (Cambodja)
Gerechtelijke samenwerking met de bijzondere kamers belast met de vervolging van de misdaden gepleegd onder het regime van Democratisch Kampuchea (Cambodja)
De Ministerraad keurde het voorontwerp van wet goed dat strekt tot wijziging van de wet van 29 maart 2004 over de bijzondere kamers belast met de vervolging van de misdaden gepleegd onder het regime van Democratisch Kampuchea. Het voorontwerp is een voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie. Het voorontwerp van wet heeft tot doel een algemeen kader te geven aan de samenwerking van België met de bijzondere kamers belast met de vervolging van de misdaden gepleegd onder het regime van Democratisch Kampuchea en de toepassing van sommige bepalingen van de wet (hoofdzakelijk de bepalingen inzake de wederzijdse rechtshulp) uit te breiden tot deze bijzondere kamers. In tegenstelling tot de twee internationale straftribunalen ad hoc waarop de wet van 29 maart 2004 reeds betrekking heeft, beschikken deze bijzondere kamers over een bijzonder statuut doordat zij niet rechtstreeks zijn opgericht op grond van een resolutie van de Veiligheidsraad in het kader van hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties. Momenteel brengen de juridische instrumenten in verband met de oprichting van de bijzondere kamers belast met de vervolging van de misdaden gepleegd onder het regime van Democratisch Kampuchea geen enkele algemene verplichting tot samenwerking met zich voor België. Het voorontwerp breidt het toepassingsgebied van de wet van 29 maart 2004 uit tot de bijzondere kamers om, desgevallend, gevolg te kunnen geven aan de verzoeken om samenwerking van deze laatste.