Bestrijding van fraude
Overeenkomst voor samenwerking tussen de EU en Zwitserland voor de bestrijding van fraude en andere illegale activiteiten die de financiële belangen schaden
Overeenkomst voor samenwerking tussen de EU en Zwitserland voor de bestrijding van fraude en andere illegale activiteiten die de financiële belangen schaden
De ministerraad keurde een voorontwerp van wet goed, houdende de instemming met de Overeenkomst voor samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar Lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, ter bestrijding van fraude en andere illegale activiteiten die hun financiële belangen schaden, en Slotakte. Het voorontwerp is een voorstel van de heer Karel De Gucht, Minister van Buitenlandse Zaken. Die Overeenkomst werd op 26 oktober 2004 in Luxemburg ondertekend en heeft als doel de administratieve bijstand en de gerechtelijke samenwerking in strafzaken uit te breiden om de strijd aan te binden tegen illegale activiteiten op een aantal specifieke gebieden die verband houden met indirecte belastingen (directe belastingen zijn uitdrukkelijk van de werkingssfeer van de Overeenkomst uitgesloten). Deze gebieden betreffen meer bepaald: - goederenhandel die in strijd is met de douane- en landbouwwetgeving ; - handel die in strijd is met de belastingwetgeving op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde, bijzondere verbruiksbelastingen en accijnzen ; - het ontvangen of achterhouden van middelen afkomstig van de begroting van de Overeenkomstsluitende Partijen (subsidies en restituties) ; - procedures voor de gunning van opdrachten door de Overeenkomstsluitende Partijen. De bijstand geldt voor het administratief en strafrechtelijk voorkomen, opsporen, onderzoeken, vervolgen en bestraffen. De Overeenkomst is ook van toepassing op inbeslagneming en terugvordering van verschuldigde of ten onrechte ontvangen bedragen die voortvloeien uit de illegale activiteiten. De Samenwerkingsovereenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten en bevat een aantal bepalingen om de werkingssfeer van de Overeenkomst uit te breiden tot de toekomstige nieuwe leden van de Europese Unie. De Overeenkomst is alleen van toepassing in de toekomst, aangezien de bedoelde illegale activiteiten moeten hebben plaatsgevonden ten minste zes maanden na de datum van ondertekening van de Overeenkomst.