Strijd tegen social fraude in hogere versnelling
De regering kiest voor een kordate aanpak van de sociale fraude. Ze investeert daarom in een betere voorkoming, een scherpere controle en een efficiëntere sanctionering. Om dit te bereiken beveelt de Ministerraad een intensievere communicatie aan, de versterking van de inspectie, de vereenvoudiging van de reglementering en de hervorming van het sociaal strafrecht. De ministerraad heeft zaterdag ingestemd met een aantal voorstellen van minister van Werk Frank Vandenbroucke in dit verband. De minister heeft bovendien een pakket maatregelen klaar voor specifieke doelgroepen.
De regering kiest voor een kordate aanpak van de sociale fraude. Ze investeert daarom in een betere voorkoming, een scherpere controle en een efficiëntere sanctionering. Om dit te bereiken beveelt de Ministerraad een intensievere communicatie aan, de versterking van de inspectie, de vereenvoudiging van de reglementering en de hervorming van het sociaal strafrecht. De ministerraad heeft zaterdag ingestemd met een aantal voorstellen van minister van Werk Frank Vandenbroucke in dit verband. De minister heeft bovendien een pakket maatregelen klaar voor specifieke doelgroepen.
Over de precieze omvang van de sociale fraude in België bestaan weinig cijfers. De schattingen van niet betaalde bijdragen en onterecht verkregen uitkeringen lopen uiteen van 1,7 tot 4,4 miljard euro per jaar. Wat het bedrag ook is, vast staat dat deze fraude de sociale zekerheid ondermijnt en de bescherming van de betrokken werknemers in gevaar brengt. Bovendien vervalst zwartwerk de concurrentie: wie geen sociale bijdragen betaalt, kan aan goedkopere voorwaarden werken. De eenvoudigste manier om sociale fraude te doen afnemen, is ze te voorkomen. De overheid zal daarom veel intensiever communiceren over de bestaande reglementering. Bovendien zullen de regels vereenvoudigd worden, zodat ze gemakkelijker begrepen en nageleefd kunnen worden. Het verscherpen van de controles en een snellere bestraffing zullen ongetwijfeld ook een ontradend effect hebben. En uiteraard verwacht de overheid een positief effect van de maatregelen die voordelig zijn voor werkgevers en werknemers: de vermindering van de sociale bijdragen, de belastingverlaging en de specifieke maatregelen voor horeca, studentenarbeid, kunstenaars en poetshulp (de dienstencheques). Een tweede spoor is de versterking van de sociale inspectiediensten. Die gebeurt door: - het bevorderen van de samenwerking tussen de verschillende inspectiediensten. Hier zal over gewaakt worden door de Federale Raad voor de strijd tegen de illegale arbeid en de sociale fraude, het Federale Coördinatiecomité en de Arrondissementscellen. Deze instanties zullen onder meer zorgen voor een centrale planning en aansturing van het inspectiebeleid; - het inzetten van extra personeel. In totaal worden ongeveer 80 bijkomende inspecteurs aangeworven. - een doorgedreven informatisering. De bestaande databanken worden verder uitgebouwd en zullen toegankelijk zijn via een gezamenlijk informaticaplatform. Bovendien krijgen de inspectiediensten veel vlotter toegang tot een aantal andere databanken en komt er een team dat gespecialiseerd is in computerfraude. Ten derde wordt een aantal sociale regels sterk vereenvoudigd. Door deze vereenvoudiging kunnen de regels beter begrepen en nageleefd worden. Bovendien maakt ze een doeltreffende controle door de inspectiediensten mogelijk. De domeinen waarop vereenvoudigingen voorbereid worden, zijn: - de sociale documenten in de tuinbouw en de horeca; - de gegevens die zowel op de loonfiche als in de RSZ-aangifte voorkomen; - het begrip "loon" in de sociale zekerheid, de fiscaliteit en het arbeidsrecht - de definitie van arbeidstijd; - de dagen en uren waarop bouwwerken uitgevoerd mogen worden. Het sluitstuk is de hervorming van het sociaal strafrecht. De regering wil een eind maken aan de wirwar van strafrechtelijke sancties door: - voortaan slechts drie types van inbreuken te definiëren (zwaar, minder zwaar en licht), met dus drie soorten strafmaten; - een aantal inbreuken voortaan te bestraffen met administratieve geldboetes. Zo kunnen deze zaken sneller afgehandeld worden (wat ontradend werkt) en krijgen de rechtbanken meer tijd voor de grote inbreuken. Het is ook de bedoeling om in het gerecht tegen eind 2004 gespecialiseerde kamers op te richten, die uitsluitend sociaalrechtelijke strafzaken behandelen. Naast deze algemene maatregelen, doet minister van Werk en Pensioenen Frank Vandenbroucke ook gerichte ingrepen voor specifieke doelgroepen: - mensen die afkomstig zijn uit Oost-Europa ("PECO-onderdanen") die zich bij ons vestigen als zelfstandigen. Er komen maatregelen om bestaande misbruiken tegen te gaan; - mensen met een uitkering die tegelijk werken, maar dit niet melden. Dit zal gecontroleerd worden via de koppeling van databanken. - mensen die op beperkte schaal artistieke activiteiten uitvoeren. De inkomsten tot 2000 euro per jaar (100 euro per prestatie) zullen behandeld worden als onkostenvergoedingen. Ze worden dus vrijgesteld van fiscale en sociale bijdragen. De sociale bijdragen die gelden voor hogere bedragen worden ook verder verlaagd. - slachtoffers van mensenhandel. Werkgevers die misbruik maken van hun situatie, zullen strenger aangepakt worden.