Valsemunterij
Op voorstel van de heer Didier Reynders, Minister van Financiën, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed rond de bescherming tegen valsemunterij.
Op voorstel van de heer Didier Reynders, Minister van Financiën, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed rond de bescherming tegen valsemunterij.
Het voorontwerp heeft tot doel de juridische maatregelen aan te vullen die de euro moeten beschermen tegen valsemunterij, als gevolg van het in omloop brengen van de biljetten en muntstukken in euro (*). Het voorontwerp bepaalt de sancties voor de kredietinstellingen evenals voor gelijk welke andere instelling die beroepsmatig betrokken is bij de behandeling van en de afgifte aan het publiek van de biljetten en muntstukken (**), die de verplichting niet zouden naleven om eurobiljetten en -muntstukken waarvan zij weten of voldoende redenen hebben om te vermoeden dat deze vals zijn, onverwijld bij de bevoegde nationale autoriteiten in te leveren (***). Dit voorontwerp bepaalt bovendien bij welke overheden deze instellingen de van valsheid verdachte biljetten en muntstukken moeten inleveren. Deze inleveringsplicht is een nieuwigheid in de Belgische wetgeving inzake de bescherming tegen valsemunterij. Tot nu toe bestrafte het Strafwetboek immers alleen het weer in omloop brengen van valse biljetten en muntstukken maar zonder te verduidelijken wat er diende te gebeuren met de ontdekte valse biljetten en muntstukken. De regels voor de inlevering worden bepaald bij koninklijk besluit. De concrete maatregelen die deze instellingen moeten nemen met het oog op het opsporen van de valse biljetten en muntstukken zullen bepaald worden door een koninklijk besluit, dat hen in die taak zal bijstaan. (*) sedert 1 januari 2002 (**) inbegrepen de instellingen waarvan de activiteit erin bestaat biljetten en muntstukken van verschillende valuta om te wisselen, zoals de wisselkantoren. (***) opgelegd door artikel 6 van de Verordening van de Raad (EG) 1338/2001 van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij.