België wordt als eerste Europese land beoordeeld op zijn niveau van paraatheid en reactie op een gezondheidscrisis
Elke 3 jaar stelt Europa, via het Europees Centrum voor Ziektepreventie en -bestrijding (ECDC), een algemene beoordeling op van de mate waarin de lidstaten voorbereid zijn en reageren op gezondheidscrisissen. België werd als eerste land geëvalueerd. Het rapport is over het algemeen positief. Naar aanleiding van de ontvangen aanbevelingen zal de FOD Volksgezondheid, in samenwerking met de deelstaten en zijn verschillende partners, een actieplan opstellen dat eind 2024 zal worden voorgesteld. Het doel is om onze strategieën voor de voorbereiding op en het beheer van gezondheidscrisissen te verbeteren.
Een team van 13 deskundigen van het ECDC, de Europese Commissie en een expert van een lidstaat analyseerde een reeks documenten, waaronder paraatheids- en crisisbeheersplannen. Deze beoordelingsoefening werd gevolgd door een vijfdaags inspectiebezoek aan België, waarbij verschillende onderwerpen werden onderzocht, zoals de organisatie van het beheer van noodsituaties op gezondheidsgebied, zoönosen en antimicrobiële resistentie.
Het gedetailleerde verslag over de evaluatie van België kan hier worden geraadpleegd: https://www.ecdc.europa.eu/en/publications-data/public-health-emergency-preparedness-assessment-belgium-2024
Als een van de positieve punten wordt de nauwe samenwerking tussen het federale niveau en de gefedereerde entiteiten benadrukt. De algemene structuur voor paraatheid en reactie op bedreigingen voor de volksgezondheid is al goed uitgebouwd tussen de verschillende subnationale autoriteiten.
Een van de verbeterpunten, is dat ons land in de huidige geopolitieke context in zijn paraatheids- en risicobeheersplannen nog meer de risico’s verbonden aan chemische en biologische dreigingen dient op te nemen.
België moet ook de interacties op Belgisch en Europees niveau tussen de defensie- en de gezondheidssector te versterken. Het risico van een internationaal conflict kan niet worden uitgesloten.
De testcapaciteit dient verder te worden uitgebreid door de formalisering van een plan om de capaciteit voor tests, opsporing en toezicht uit te breiden, om zo beter klaar te staan in geval van een uitbraak, epidemie of pandemie op ons grondgebied.
De resultaten van dit rapport zijn bemoedigend. De nauwe samenwerking tussen het federale niveau en de gefedereerde entiteiten werd benadrukt. De algemene structuur om zich voor te bereiden en te reageren op bedreigingen voor de volksgezondheid is al goed uitgebouwd tussen de verschillende autoriteiten.
Op gewestelijk niveau:
"Wallonië neemt akte van de aanbevelingen van het ECDC, die bevestigen wat al door het Waalse parlement werd geformuleerd, naar aanleiding van de COVID-crisis.
CORTEX (het vroegere regionale crisiscentrum van Wallonië) werkt samen met het NCCN om deze aanbevelingen op te volgen. De AVIQ, met zijn expertise in het monitoren van infectieziekten, heeft een crisiscel opgericht en legt de laatste hand aan een beheersplan voor epidemische risico's voor eind 2024.
In de praktijk is de afdeling Infectieziektesurveillance, gecoördineerd door een team van 5 regionale gezondheidsinspecteurs, verantwoordelijk voor het activeren en coördineren van de juiste gezondheidsmaatregelen in samenwerking met specialisten op het gebied van volksgezondheid. Op het terrein worden 8 "uitbraakondersteuningsteams", verspreid over Wallonië, ondersteund door huisartsen.
Deze worden geactiveerd wanneer zich een lokale of provinciale epidemie voordoet en betrekken zowel de lokale autoriteiten als de zorgverleners. Dit was met name het geval tijdens de recente mazelen-, kinkhoest- en schurftclusters" AVIQ (Wallonië)
Voor Vlaanderen, “bevestigt dit rapport van de ECDC dat we op de juiste weg zijn om ons voor te bereiden op een volgende gezondheidscrisis. Het bevestigt ook dat we nog heel wat stappen te zetten hebben. We moeten dus blijven investeren in flexibel inzetbare en vooral ook opschaalbare methodes, systemen, procedures en reserves, waar we een beroep op moeten kunnen doen als een volgende crisis zich aandient. We moeten ook blijven investeren in de goede samenwerking tussen de verschillende overheidsniveaus en in goede afspraken onderling. Departement Zorg (Vlaanderen)
Wat Brussel betreft, "is deze evaluatie het resultaat van de samenwerking tussen de federale overheid en de gewesten. Dit rapport bevestigt de eerste positieve stappen in de richting van een verbetering van ons systeem voor het beheer van gezondheidscrisissen, alsook de nood aan meer samenwerking tussen de verschillende bevoegde overheden.
“Vitalis werkt, in antwoord op de aanbevelingen van het Brussels Parlement en de Assemblee, al enkele maanden aan de versterking van het systeem en zal dit blijven doen in lijn met de aanbevelingen van het ECDC. Onze aanpak is gebaseerd op een nauwe samenwerking tussen onze gespecialiseerde teams en de actoren op het terrein, om een zo adequaat mogelijk antwoord te bieden in een specifiek gefragmenteerde Brusselse context. Vivalis is dan ook vastbesloten om de aanbevelingen van het ECDC te implementeren en een snel en doeltreffend antwoord te bieden op de gezondheidsproblemen waarmee onze regio geconfronteerd wordt.” Vivalis (Brussel)
Dirk Ramaekers, voorzitter FOD Volksgezondheid, concludeert: “Verwacht het onverwachte blijft de boodschap. Deze evaluatie van het ECDC geeft alvast aan dat we op diverse fronten onze paraatheid verbeterd hebben de laatste jaren, maar geeft ook aan waar er nog werk aan de winkel is met een aantal welkome aanbevelingen. De uitstekende samenwerking tussen de verschillende overheden in onze complexe bestuurlijke context krijgt een pluim. We stellen nu samen een concreet actieplan op dat we na de zomer op de agenda van de Interministeriële conferentie Volksgezondheid zetten.”