Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen
Wijziging van de boekhouding van de PWA
Wijziging van de boekhouding van de PWA
De ministerraad besliste op voorstel van Minister van Werk Peter Vanvelthoven de boekhouding van de PWA's te wijzigen. Daarvoor keurde hij een ontwerp van koninklijk besluit goed. Dat wijzigt de datum waarop het PWA moet voldoen aan de verplichting om ten minste een vierde van de middelen die het ontvangt van de uitgever van de PWA-cheques te gebruiken voor opleidingen voor werklozen die in zijn agentschap zijn ingeschreven. Het PWA moet dit ten laatste doen op 31 december van het jaar dat volgt op het jaar waarin het die inkomsten verkreeg. Het deel van de middelen dat het PWA niet gebruikte, moet het aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid doorstorten. Het is bestemd voor het globaal beheer van de sociale zekerheid. De bepaling die stelt dat het PWA een saldo dat lager is dan 1.250 euro als provisie kan reserveren voor het volgende dienstjaar, is opgeheven. De RVA zal nagaan of de besteding van het bedrag overeenstemt met het maatschappelijke doel van het PWA (art 8 van de besluitwet van 28 december 1944). Het boekjaar van de PWA's loopt van 1 januari tot 31 december. Voortaan beslist het beheerscomité binnen een termijn van zestig dagen in plaats van 30, bij een beroepsprocedure tegen de beslissing om de financiële middelen in te houden die het PWA van de uitgever van de PWA-cheques ontvangt. Het ontwerp wordt voor advies aan de Raad van State voorgelegd.