Dode hand 2023
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden drie ontwerpen van koninklijk besluit goed tot berekening en verdeling, voor 2023, van het bijzonder krediet ten voordele van de gemeenten, van de gewesten en van de Brusselse Agglomeratie op het grondgebied waarvan zich eigendommen bevinden die vrijgesteld zijn van onroerende voorheffing.
Voor de gemeenten bedraagt het bijzonder krediet 106 493 euro voor 2023. Het aandeel dat elk gewest toekomt, wordt als volgt bepaald:
- voor de gemeenten van het Vlaams Gewest: 9 329 336 euro
- voor de gemeenten van het Waals Gewest: 7 519 464 euro
- voor de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 89 207 693 euro
Dit zijn de bedragen voor de gewesten:
- voor het Vlaams Gewest: 1 085 901 euro
- voor het Waals Gewest: 279 395 euro
- voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 3 020 358 euro
Het bijzonder krediet ten voordele van de Brusselse Agglomeratie bedraagt 29 871 341 euro.
De bedragen werden berekend volgens de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten.
Volgens een nieuwe berekening van de diensten van het Kadaster van het kadastraal inkomen van een Brusselse gemeente, heeft de ministerraad drie ontwerpen van koninklijk besluit goedgekeurd om het bedrag van het supplement voor de gemeente in kwestie, het Brusselse Gewest en de Brusselse Agglomeratie aan te passen vanaf 2018 tot en met 2022.
De ontwerpen van koninklijk besluit worden ter ondertekening voorgelegd aan de Koning.