Exploitatie van de spoorwegen
Vastlegging van de nationale veiligheidsvoorschriften voor de spoorwegen
Vastlegging van de nationale veiligheidsvoorschriften voor de spoorwegen
De ministerraad heeft het regelgevende kader van de nationale veiligheidsvoorschriften vastgelegd. Dat kader schrijft de nationale veiligheidsmethodes en -doelstellingen voor die het nationale veiligheidsniveau bepalen van de expmoitatie van het rollend materieel en van het gebruik en het beheer van de spoorweginfrastructuur. Staatssecretaris voor Mobiliteit Etienne Schouppe heeft hierover een ontwerp van koninklijk besluit voorgelegd dat art. 6§1 van de wet van 19 december 2006 betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen uitvoert.
Het besluit bereidt de spoorwegondernemingen voor op de Europese vereisten op het vlak van de veiligheidsreferentiewaarden die ze moeten naleven. De criteria hiervoor werden vastgelegd onder meer door het Europees Spoorwegbureau. Vanaf de inwerkingtreding van de Europese doelstellingen zullen ze van toepassing zijn op het Europese spoorwegnetwerk.
Het algemene principe is dat het veiligheidsniveau van een jaar niet lager mag zijn dan het vorige veiligheidsjaar. De staatssecretaris voor Mobiliteit kan een spoorwegonderneming of de beheerder van de infrastructuur een specifieke veiligheidsdoelstelling opleggen.
De spoorwegondernemingen en de infrastructuurbeheerder zijn verplicht om hun veiligheidsreferentiewaarden in het jaarlijkse veiligheidsverslag bekend te maken. Daarnaast moeten ze een register bijhouden van gevaarlijke situaties. Het register vermeldt alle activiteiten van veiligheidsbeheer, de gevaarlijke situaties en de maatregelen die werden genomen om het voorgeschreven veiligheidsniveau te behouden. Het is de bedoeling dat de veiligheidsinstantie dat register altijd kan inkijken.