Eigendommen die vrijgesteld zijn van onroerende voorheffing
Verdeling van het bijzonder krediet voor de gemeenten waar zich eigendommen bevinden die vrijgesteld zijn van onroerende voorheffing
Verdeling van het bijzonder krediet voor de gemeenten waar zich eigendommen bevinden die vrijgesteld zijn van onroerende voorheffing
Op voorstel van Minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael keurde de ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed dat het bijzonder krediet voor het jaar 2005 berekent en verdeelt onder de gemeenten op wiens grondgebied zich eigendommen bevinden die vrijgesteld zijn van onroerende voorheffing. Het krediet dekt ten minste 72% van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing die niet-geïnd zijn. Het wordt berekend op basis van de gewestelijke aanslagvoeten en van de gemeentelijke opcentiemen vastgesteld op 1 januari 1993 en op de meest recent gekende kadastrale inkomens. Het wordt verdeeld op basis van het bedrag aan fiscale minderopbrengst per gemeente, berekend zoals het krediet. Voor 2005 bedraagt de niet-inning van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing 47.922.763 euro. Het in 2005 te verdelen krediet is dus gelijk aan 72% van 47.922.763 euro, namelijk 34.504.389 euro. Elke betrokken gemeente zal dus een aandeel krijgen dat gelijk is aan ten minste 72% van de inkomsten die de inning van de opcentiemen zouden hebben opgebracht. Aangezien het bedrag, uitgetrokken op de begrotingsallocatie van de aangepaste begroting van het jaar 2005 (36.361.000 euro) voldoende is, kent het ontwerp aan elke betrokken gemeenten en aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het geheel van hun respectievelijke aandelen rechtstreeks toe. Een Interministeriële Conferentie Binnenlandse Zaken-Gewesten overlegde over het ontwerp. De Vlaamse Regering, de Waalse Regering en de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben een positief advies gegeven.