Minister de Gucht over de Voorzitterschapverklaring van de Veiligheidsraad inzake Congo
De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 3 april 2007 een Voorzitterschapverklaring aangenomen over Congo. De verklaring komt er na de gewelddadigheden die in Kinshasa plaatsvonden van 22 tot 25 maart tussen de regeringstroepen en de persoonlijke wacht van senator Jean-Pierre Bemba.
De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 3 april 2007 een Voorzitterschapverklaring aangenomen over Congo. De verklaring komt er na de gewelddadigheden die in Kinshasa plaatsvonden van 22 tot 25 maart tussen de regeringstroepen en de persoonlijke wacht van senator Jean-Pierre Bemba.
Minister de Gucht over de Voorzitterschapverklaring van de Veiligheidsraad inzake Congo Brussel, 4 april 2007 De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 3 april 2007 een Voorzitterschapverklaring aangenomen over Congo. De verklaring komt er na de gewelddadigheden die in Kinshasa plaatsvonden van 22 tot 25 maart tussen de regeringstroepen en de persoonlijke wacht van senator Jean-Pierre Bemba. Volgens Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht komt dit initiatief van de Veiligheidsraad op het juiste ogenblik: "De verklaring van de Veiligheidsraad toont aan dat de internationale gemeenschap oog blijft hebben voor wat in Congo gaande is. Na de gebeurtenissen van de afgelopen weken is het zeker een gunstig teken dat de aandacht van de internationale gemeenschap op Congo gericht blijft." "De boodschap van de Veiligheidsraad is evenwichtig. Enerzijds kan men niet naast het geweld en het verlies aan mensenlevens kijken. Anderzijds stel ik vast dat de Veiligheidsraad een aantal belangrijke lessen trekt die ik volledig onderschrijf. Geweld kan immers nooit een oplossing bieden, de nodige ruimte moet gevrijwaard worden opdat alle politieke partijen effectief aan het nationale politieke debat kunnen deelnemen, alle partijen moeten zich schikken naar de regels van het politieke spel. " Minister De Gucht besluit: "Belangrijk is dat deze verklaring het belang van verdere steun vanwege de internationale gemeenschap aan de DRC uitdrukkelijk onderlijnt alsook het feit dat de internationale partners dit in nauw onderling overleg moeten doen."