Overgangsregeling voor verenigingswerk
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke een ontwerp van koninklijk besluit goed inzake een overgangsregeling voor verenigingswerk.
Eind november 2021 heeft de regering de principes goedgekeurd van de definitieve regeling voor het zogenaamde verenigingswerk. Deze regeling is in werking getreden op 1 januari 2022.
Voor socio-culturele activiteiten werd met een overgangsregeling voorzien in een uitzondering op het verbod op cumul van een zogenaamde overeenkomst artikel 17, waarbij geen sociale zekerheidsbijdragen betaald moeten worden, en een arbeidsovereenkomst, een statutaire aanstelling of een aannemingsovereenkomst.
Er bestond echter nog veel onduidelijkheid waardoor velen toch opnieuw hun activiteiten hebben uitgeoefend in het kader van een aannemingsovereenkomst of via een overeenkomst via een Sociaal Bureau voor Kunstenaars.
Om dit te verhelpen voorziet dit ontwerp van koninklijk besluit:
- in de verlenging van de overgangsperiode voor personen die tussen 31 december 2021 en 1 oktober 2022 een aannemingsovereenkomst hebben gesloten
- een uitbreiding van de overgangsregeling naar personen die tussen 31 december 2020 en 1 oktober 2022 via een Sociaal Bureau voor Kunstenaars arbeid hebben verricht
Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van de artikel 17 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders