Militairen van het reservekader
Wijziging van het statuut van de militairen van het reservekader
Wijziging van het statuut van de militairen van het reservekader
De ministerraad keurde een voorontwerp van wet goed dat het statuut van de militairen van het reservekader wijzigt.
Het voorontwerp dat minister van Landsverdediging Pieter De Crem in tweede lezing voorstelde, verbetert het statuut van de militairen door de aanwerving te wijzigen. Men zal de militairen van het reservekader rechtstreeks in de personeelscategorie (officier, onderofficier of vrijwilliger) van hun keuze kunnen aanwerven.
Twee nieuwe types van werving op diploma worden in het leven geroepen, al naargelang de betrokkene over beroepservaring beschikt of niet. Ten slotte komt er een leeftijdsgrens voor de reservevrijwilligers zodat men die personeelscategorie kan verjongen.
De basisvorming duurt nu in totaal maximum 11 weken, te voltooien binnen een periode van 5 jaar. Om te kunnen worden benoemd in de reserve moet de kandidaat-reservemilitair het diploma voorleggen dat vereist is voor het in aanmerking genomen niveau. Als hij nog niet over dat diploma beschikt maar op dat moment zijn studies nog verderzet, kan de periode van 5 jaar onder bepaalde voorwaarden worden verlengd.
De duur en het verloop van de voortgezette vorming van de reservemilitair wordt geüniformiseerd en een voortgezette vorming voor de reservevrijwilligers in het leven geroepen. De reservemilitair zal in de toekomst kunnen verzaken aan een voortgezette vorming of een uitstel kunnen vragen. Defensie kan daarentegen een militair van een vorming uitsluiten wegens slecht gedrag.
Voor een consequentere afstemming van het statuut van de militairen van het reservekader op dat van de militairen van het actieve kader, zijn ook nog verschillende andere maatregelen voorzien, zoals bijvoorbeeld het feit dat de reservemilitair kan afzien van een bevordering.