Jan Fabre veroordeeld: inbreuken op de Welzijnswet en aanranding van de eerbaarheid
Slachtoffers opgelucht: “Na vele jaren eindelijk veroordeling voor dit schadelijk en strafbaar gedrag”
Brussel, 29 april 2022 – Kunstenaar Jan Fabre is veroordeeld voor inbreuken op de Welzijnswet (geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk) ten aanzien van zes vrouwen. Ook aanranding van de eerbaarheid ten aanzien van één vrouw en de vordering van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen worden gegrond verklaard. De slachtoffers reageren opgelucht: “Fabres gedrag was destructief, respectloos en schadelijk. Dat de rechtbank het ook erkent als strafbaar is een enorm gewicht van onze schouders.”
Vonnis zaak-Fabre
De correctionele rechtbank bevindt Jan Fabre schuldig aan inbreuken op de Welzijnswet, ten aanzien van zes vrouwen (burgerlijke partij 7 t.e.m. 11 + benadeelde partij, periode 2013-2018). De rechters oordelen dat Fabre handelde met eenzelfde strafbaar opzet: telkens benaderde hij jonge danseressen van zijn dansgezelschap vanuit een machtspositie en stelde hij seksueel gerelateerde handelingen. Omwille van een bewijsproblematiek wordt Fabre vrijgesproken voor de feiten ten aanzien van één vrouw (burgerlijke partij nr. 6, periode 2012). Hierdoor verjaren de chronologisch oudere feiten (burgerlijke partij 1 t.e.m. 5, periode 2002-2007) en kan hierover geen uitspraak gedaan worden.
“Uit het vonnis blijkt duidelijk dat de rechtbank de ernst en het patroon van de feiten erkent. Dat Fabre veroordeeld wordt voor zijn gedrag ten aanzien van zes vrouwen, sterkt in die zin absoluut ook de anderen. Zij hebben gelijkaardige verhalen waarin telkens hetzelfde patroon terugkeert”, duidt advocate An-Sofie Raes. “Dat de rechtbank geen uitspraken kan doen over de oudere feiten, wil dus uiteraard niet zeggen dat er geen grensoverschrijdende daden zijn gepleegd.”
Aan de tweede tenlastelegging, aanranding van de eerbaarheid ten aanzien van één vrouw, wordt Fabre schuldig bevonden, met twee verzwarende omstandigheden, namelijk geweld, bedreiging en de machtspositie waarin hij zich bevond tegenover de slachtoffers. Ook de vordering van het Instituut (burgerlijke partij 12) wordt ontvankelijk en gegrond verklaard, wat de maatschappelijke meerwaarde van zijn werking onderstreept.
De rechtbank veroordeelt Fabre tot 18 maanden gevangenisstraf met uitstel en vijf jaar ontzetting uit zijn burgerrechten. Uit het vonnis blijkt dat de rechters dit noodzakelijk achten om Fabre te wijzen op de ernst van zijn handelingen en om recidive te voorkomen. Ook het herhalend karakter, de impact van zijn gedrag op de slachtoffers maar ook zijn blanco strafblad waren belangrijke factoren in het bepalen van de strafmaat.
Opluchting bij de burgerlijke partijen
De slachtoffers die zich burgerlijke partij stelden reageren opgelucht en gesterkt op het vonnis. “Na zo veel jaren, zo veel slachtoffers, is er eindelijk erkenning. Fabre is veroordeeld. Voor slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag, zeker door een dader die in een machtspositie tegenover je staat, is het erg moeilijk om te spreken. Je weet niet of er naar je geluisterd zal worden, of je geloofd zal worden, wat de persoonlijke en professionele gevolgen zullen zijn als je spreekt. Het is voor elk van ons een persoonlijke overwinning dat we onze stem hebben durven laten horen. Dat de rechtbank ernaar geluisterd heeft en ons gelooft, is een belangrijke tweede overwinning. Dat Fabre gestopt wordt in zijn schadelijk patroon en geen slachtoffers meer mag maken, is een derde overwinning.”
Dat voor bepaalde feiten geen uitspraak gedaan wordt door de rechtbank hebben de slachtoffers vooral begrip: “Bepaalde zaken dateren van jaren geleden en we begrijpen dat de rechtbank om technische redenen geen oordeel meer kan vellen over de verjaarde feiten. Dat is spijtig, maar ondergeschikt aan het feit dat Fabre schuldig verklaard wordt voor geweld, pesterijen, ongewenst seksueel gedrag op de werkvloer én aanranding van de eerbaarheid. Voor ons is de essentie dat zijn gedrag wordt erkend als schadelijk en dat het stopt. We wisten dat de kans op verjaring bestond, maar toch vonden we het belangrijk om te spreken over onze ervaringen. Omdat het aantoont hoe lang dit schadelijk patroon al bezig was en we hier niet langer over wilden zwijgen.”
Over de strafmaat spreken de slachtoffers zich niet uit. “Het gaat ons om de erkenning dat zijn gedrag schadelijk en verkeerd was, om excuses en gedragsverandering van zijn kant en een stap in de richting van maatschappelijke verandering. We hopen bijvoorbeeld dat de drempel om te spreken voor andere slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag door deze zaak verlaagd is. Dat ze zien dat er waarde wordt gehecht aan hun woorden, en ze de kracht en vrijheid voelen om te spreken. Ook hopen we dat mensen solidair durven zijn met slachtoffers. Als iemand je een verhaal vertelt, dat je niet meteen kritisch of lacherig reageert. Dat je een slachtoffer serieus neemt en ondersteunt. Dat er bepaalde systemen binnen organisaties in het leven geroepen worden, waardoor daders van grensoverschrijdend gedrag niet zomaar hun gang kunnen gaan. Dat zouden belangrijke stappen voorwaarts zijn.”
Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, dat zich samen met de slachtoffers burgerlijke partij stelde in de zaak, onderschrijft dit. “Dit vonnis zendt een duidelijk signaal aan de samenleving dat dit soort gedrag ontoelaatbaar is”, legt adjunct-directeur Liesbet Stevens uit. “We moeten daarom niet enkel nadenken over hoe we ervoor zorgen dat slachtoffers zich durven uitspreken en hoe we hen hierin kunnen ondersteunen, maar ook hoe we als samenleving dergelijk gedrag kunnen voorkomen. Zowel op de werkvloer als daarbuiten.”
Hoe de zaak-Fabre verliep
Op eigen initiatief opende het arbeidsauditoraat van Antwerpen een onderzoek naar Fabres gedrag op de werkvloer, nadat in september 2018 een open brief verscheen van een twintigtal (ex-)werknemers en stagaires om de ontoelaatbare praktijken binnen zijn dansgezelschap ‘Troubleyn’ aan te kaarten. De aanleiding voor deze brief was een interview van Jan Fabre met VRT Nieuws, waarin hij nadrukkelijk poneerde dat er in veertig jaar tijd nooit enige vorm van grensoverschrijdend gedrag in zijn dansgezelschap had plaatsgevonden.
Na grondig onderzoek besliste de arbeidsauditeur in juni 2021 Jan Fabre te dagvaarden voor de correctionele rechtbank wegens twee tenlasteleggingen. Enerzijds inbreuken op de Welzijnswet (geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk) ten aanzien van twaalf vrouwen (elf burgerlijke partijen en één benadeelde partij) en aanranding van de eerbaarheid ten aanzien van één vrouw (burgerlijke partij). Fabre zou hierbij gebruik gemaakt hebben van zijn hiërarchische positie en het aanzien binnen zijn gezelschap en de culturele sector. Elf performers waar hij mee werkte tussen 2000 en 2018 stelden zich burgerlijke partij in de zaak, samen met het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.
Op 25 maart en 1 april vond het proces plaats in de correctionele rechtbank van Antwerpen. Fabre zelf daagde niet op, maar het merendeel van de burgerlijke partijen was op beide zittingen aanwezig in de rechtszaal. Het Openbaar Ministerie verklaarde zich qua grensoverschrijdend gedrag op het werk geen erger dossier te kunnen voorstellen en vorderde drie jaar effectieve gevangenisstraf. De advocaten van Fabre vroegen de vrijspraak.
Tot na de termijn van hoger beroep wensen noch de slachtoffers, noch het Instituut zich uit te spreken in de pers.
Dit om de sereniteit van de gerechtelijke procedure te vrijwaren.
Graag verzoeken we journalisten om de privacy van de slachtoffers zo veel mogelijk te respecteren.
Gelieve hen niet te contacteren en hun namen uit de openbaarheid te houden.
Perscontact
Sofie Peeters
sofie.peeters@igvm.belgie.be
+32 485 182131
Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen werd opgericht in december 2002 en is de onafhankelijke federale overheidsinstelling die instaat voor het waarborgen en bevorderen van de gelijkheid van vrouwen en mannen en de bestrijding van elke vorm van discriminatie en ongelijkheid op grond van geslacht. Het Instituut doet dit door het ontwikkelen en in praktijk brengen van een aangepast wettelijk kader en geschikte structuren, strategieën, instrumenten en acties. Het Instituut streeft naar het verankeren van de gelijkheid van vrouwen en mannen als een vanzelfsprekendheid in de samenleving en dit zowel in de mentaliteit als in het handelen. Slachtoffers en getuigen van discriminatie op grond van geslacht kunnen zich gratis en in alle vertrouwelijkheid laten informeren over hun rechten of een klacht indienen bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen via het gratis telefoonnummer 0800/12 800 of via zijn website http://igvm-iefh.belgium.be.