Tewerkstelling van familieleden van Oekraïners met statuut tijdelijke bescherming
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Werk Pierre-Yves Dermagne een ontwerp van koninklijk besluit goed over de tewerkstelling van buitenlandse onderdanen die zich in een specifieke verblijfssituatie bevinden.
Naar aanleiding van het huidige conflict in Oekraïne, heeft de Raad van de Europese Unie op 4 maart 2022 een besluit uitgevaardigd met toepassing van EU-richtlijn 2001/55/EG omtrent de minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen.
De betrokken personen zullen aldus een specifiek tijdelijk verblijfsrecht in België genieten. De huidige bepalingen van het koninklijk besluit van 2 september 2018 voorzien een specifieke toelating om te werken ten gunste van personen die gemachtigd werden te verblijven als begunstigden van de tijdelijke bescherming bedoeld in artikel 57/29 van de wet van 15 december 1980, maar niet ten gunste van hun familieleden. Minister van Werk heeft daarom voorgesteld dat de familieleden van deze personen, die gemachtigd werden te verblijven, ook een toelating om te werken krijgen, via een wijziging van het koninklijk besluit van 2 september 2018.
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.
Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 september 2018 houdende de uitvoering van de wet van 9 mei 2018 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse onderdanen die zich in een specifieke verblijfssituatie bevinden