Migratie: de federale Ombudsman vraagt een specifieke wettelijke status voor ouders van kinderen die erkend zijn als vluchteling
Meisjes die met genitale verminking worden bedreigd en die hun land zijn ontvlucht, worden in België als vluchteling erkend. Zij zijn beschermd tegen gedwongen terugkeer naar huis, maar dit geldt niet noodzakelijk voor hun ouders. Aan de vooravond van de Internationale dag van nultolerantie tegen vrouwelijke genitale verminking op 6 februari hebben wij een aanbeveling aan de Kamer van volksvertegenwoordigers gericht. Elk kind heeft recht op een gezinsleven.
Kinderen die met hun ouders hun land zijn ontvlucht omdat zij worden bedreigd met een ernstige schending van hun grondrechten, hebben in België recht op internationale bescherming. Maar door een wijziging in het beleid van de administratie en een lacune in de Belgische wet, kunnen de ouders niet meer beschikken over dezelfde bescherming.
Ouders zonder statuut
Voorheen verleende België automatisch de status van secundaire bescherming aan de ouders van kinderen erkend als vluchteling. Het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) heeft zijn beleid echter gewijzigd. Sinds april 2019 krijgen ouders die hun kinderen vergezellen niet langer dezelfde status, tenzij zij zelf worden bedreigd.
Volgens het CGVS zijn het bij vrouwelijke genitale verminking niet de ouders die vervolging vrezen, maar hun kind. De ouders moeten een afzonderlijke procedure doorlopen en een aanvraag tot regularisatie indienen.
Onzekerheid en precair
Via de vzw GAMS, Groep voor de afschaffing van genitale verminking van vrouwen, heeft een Guineese moeder van een dochter die in haar land met besnijdenis wordt bedreigd en als vluchteling is erkend, een beroep op ons gedaan. Zij heeft 8 maanden moeten wachten op een beslissing over haar aanvraag tot regularisatie, zonder enig recht om in België te verblijven of te werken. In haar dossier werd ze niet geïdentificeerd als de moeder van een erkend vluchtelingenkind.
Op onze vraag hebben het CGVS en de Dienst Vreemdelingenzaken sindsdien een identificatiesysteem ingevoerd om deze regularisatieaanvragen snel te behandelen. De regularisatieprocedure biedt echter geen garanties en vereist vaak een identiteitsbewijs, een bewijs van afstamming en de betaling van een vergoeding van 366 euro, wat voor sommige ouders grote obstakels vormen.
“Het CGVS en de Dienst Vreemdelingenzaken doen al het mogelijke om te voorkomen dat het kind gescheiden wordt van zijn of haar ouders. Maar in afwachting van een beslissing over hun aanvraag, hebben de ouders geen status. Zij hebben geen verblijfsdocumenten, kunnen niet werken, hebben geen inkomen en verkeren soms in volstrekte onzekerheid en zijn precair. Een kind moet zijn of haar ouders aan zijn of haar zijde hebben en een gezinsleven kunnen leiden. Dit recht kan niet afhangen van de behandeling van een administratief dossier” zegt David Baele, federaal Ombudsman.
Het regeerakkoord houdt onder meer in dat de rechtszekerheid wordt gewaarborgd en onsamenhangendheden in de vreemdelingenwet worden vermeden. De commissie Migratiewetboek, een initiatief van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, onderzoekt momenteel hoe de wetteksten kunnen worden verduidelijkt en de procedures kunnen worden verbeterd.
Op 4 februari hebben wij de Kamer van volksvertegenwoordigers aanbevolen de hiaten in de Vreemdelingenwet op te vullen door een specifieke status te creëren voor ouders van kinderen die als vluchteling werden erkend.