Economische mededinging
Voorontwerp van wet over de bescherming van de economische mededinging
Voorontwerp van wet over de bescherming van de economische mededinging
De Ministerraad keurde in tweede lezing een voorontwerp van wet goed, over de bescherming van de economische mededinging. Het voorontwerp is een voorstel van de heer Marc Verwilghen, Minister van Economie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid. Het advies en de opmerkingen van de Raad van State, de Commissie voor de mededinging, de Raad voor de mededinging en de Europese Commissie brachten de Ministerraad ertoe de twee voorontwerpen van wet die hij op 20 mei 2005 had goedgekeurd, te wijzigen (punt 11). De twee voorontwerpen van wet zijn samengevoegd. De bestaande mededingingswetgeving was op het vlak van instellingen en procedures niet geschikt om de strijd aan te gaan met de geldende beperkende mededingingspraktijken. Die kosten de economie, naar schatting van economen, jaarlijks 250 miljoen euro en 6000 jobs. De nieuwe maatregelen versterken de slagkracht van de mededingingsautoriteiten: - door de notificatiedrempels voor concentraties te verhogen (soort aanmeldingsplicht in geval van concentraties). Hierdoor vermindert de werklast van onderzoeken en beslissingen over de concentraties die voor de economie onschadelijk zijn en maakt men ruimte vrij om restrictieve mededingingspraktijken te bestrijden (prijsafspraken, kartelovereenkomsten...). Zowel voor de overheid als voor de bedrijven betekent dit een administratieve vereenvoudiging. - door de mededingingsautoriteiten te versterken, kan men de werklast opvangen die door de decentralisatie van het Europese mededingingsbeleid (*) is toegenomen. De decentralisatie in het kader van het European Competition Network verhoogt de werklast en het aantal onderzoeken, want dat netwerk vereist coördinatie en overleg. De OESO beveelt de versterking van de mededingingsautoriteiten overigens ook aan in haar 'Economic Survey Belgium, March 2005': 'Staffing levels are very low by international comparison' (p. 160). De voornaamste punten van de beslissing zijn de volgende: - Uitbreiding van de Raad voor de Mededinging tot 6 voltijdse en 6 deeltijdse leden (vroeger 4 voltijdse). - Een uitbreiding van de Dienst voor de Mededinging van ongeveer 20 tot 40 personeelsleden van niveau A (mei 2005). Het aanpassen van de wetgeving aan de nieuwe Europese verordeningen 1/2003 en 139/2004. - De verhoging van de notificatiedrempels voor concentraties. - Een betere integratie van de werking van de sectorregulatoren op het vlak van mededingingscontrole in de algemene mededingingsautoriteit. Er werd beslist om een algemene procedure te voorzien in de WBEM voor de gevallen waarin de wetgever een beroep bij de Raad voor de Mededinging voorziet tegen beslissingen van sectorregulatoren. Ook dit is een eerste stap naar een volwaardig partnership tussen de sectorregulatoren, (CBFA, BIPT, CREG...) belast met de controle van de markt vooraf, en de vernieuwde Raad voor de Mededinging, belast met de controle achteraf van de markt. (*) als gevolg van Verordening 1/2003.