COVID-19: verlenging van de schorsing van de antimisbruikbepaling in het kader van arbeidsongeschiktheid van zelfstandigen
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Zelfstandigen David Clarinval een ontwerp van koninklijk besluit goed tot tijdelijke schorsing van de toepassing van artikel 58, §2, van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende de instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten.
Er werd een nieuwe antimisbruikbepaling ingevoerd in het kader van de aangifte en de erkenning van de arbeidsongeschiktheid in het stelsel van de zelfstandigen via de wet van 20 juni 2021 tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, zodat de arbeidsongeschiktheidsregeling kan ingaan vanaf de daadwerkelijke stopzetting van de activiteit wegens arbeidsongeschiktheid. Deze wet is op 1 juli 2021 in werking getreden, en wordt ten vroegste op 1 juli 2021 toegepast op de arbeidsongeschiktheidsperiodes.
Het artikel, dat op 1 juli 2021 in werking zou moeten getreden zijn, vervangt de maatregel dat de adviserend arts de periode van arbeidsongeschiktheid in geval van een eerste aangifte slechts ten vroegste kan erkennen op de datum van ondertekening van het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid door de behandelende arts. De regels in verband met de aangifte zijn evenwel gedurende de periode vanaf 1 maart 2020 tot en met 30 september 2021 geschorst naar aanleiding van de coronapandemie.
Met ingang van 1 januari 2022 wordt een hervorming voorzien van de regeling van toepassing bij een laattijdige aangifte van de arbeidsongeschiktheid voorzien. Gelet op het feit dat het wenselijk is dat de door de voormelde wet van 20 juni 2021 ingevoerde maatregel naar aanleiding van de laattijdige raadpleging van de behandelend arts vanaf hetzelfde ogenblik wordt toegepast als de nieuwe voorziene regels over de aangifte van de arbeidsongeschiktheid vermits zij nauw met elkaar zijn verbonden en dat het voor de zelfstandige belangrijk is dat de verschillende reglementaire wijzigingen op een coherente wijze worden toegepast, heeft het ontwerp van koninklijk besluit tot doel de niet-toepassing van artikel 58, §2, opnieuw te verlengen voor de periode van 1 oktober 2021 tot en met 31 december 2021.