Interfederale handicapstrategie en federaal actieplan handicap
De ministerraad gaat principieel akkoord om aan de minister belast met Personen met een Handicap, Karine Lalieux, de opdracht te geven om de interfederale handicapstrategie (2021-2030) en het federaal actieplan handicap (2021-2024) uit te werken.
De interfederale handicapstrategie 2021-2030 bevat een beknopte omschrijving van de context en uitdagingen waarvoor België staat op het vlak van handicap, langetermijndoelstellingen en algemene principes. Het doel is om op gestructureerde en progressieve wijze de hindernissen weg te nemen die personen met een handicap ondervinden om hun leven volwaardig en autonoom vorm te geven.
Het federaal actieplan handicap 2021-2024 bevat zowel reeds aangekondigde als nieuwe maatregelen die zullen bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen in de interfederale strategie. Het nieuwe actieplan voorziet in een nauwere afstemming (op politiek en administratief gebied) tussen het beleidsdomein handicap en de beleidsdomeinen die betrokken zijn bij de opstelling van het plan en de concrete maatregelen.
De ministerraad geeft de minister belast met Personen met een Handicap de opdracht om de gemeenschappen en gewesten te verzoeken bij te dragen tot de opstelling van een interfederale handicapstrategie binnen de Interministeriële Conferentie bevoegd voor handicap. Ze verzoekt de minister ook om de vertegenwoordigende organisaties van personen met een handicap en Unia actief te betrekken bij de uitwerking van de strategie en het actieplan.
Het Federaal Netwerk Handicap is verantwoordelijk voor de voorbereiding, de uitwerking en de opvolging. In dit kader worden alle ministers en staatssecretarissen ermee belast om binnen hun beleidscel een medewerker aan te duiden als politiek aanspreekpunt belast met het toezicht op de inachtneming van de dimensie handicap bij de uitwerking en de uitvoering van hun beleid. Ze worden er ook mee belast om aan de leidende ambtenaren van de onder hen ressorterende Federale Overheidsdiensten, Programmatorische Overheidsdiensten, Wetenschappelijke Instellingen en Parastalen te vragen dat de aangeduide administratieve aanspreekpunten handicap niet louter op de interne werking actief zijn, maar een zicht hebben op de inhoudelijke activiteiten van hun administratie.