COVID-19: vrijstelling van sociale bijdragen op de overuren in de essentiële sectoren
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke een ontwerp van koninklijk besluit goed dat beoogt om de 120 bijkomende vrijwillige overuren in de essentiële sectoren uit te sluiten van het loonbegrip in de sociale zekerheid en dit gedurende het tweede kwartaal van 2021.
Om de gezondheidscrisis door het coronavirus in te dijken, heeft de regering maatregelen getroffen met ingrijpende economische en sociale gevolgen voor verschillende sectoren. Om deze gevolgen zo veel mogelijk te beperken voor de werkgevers en werknemers en de leefbaarheid van de getroffen sectoren te ondersteunen, heeft de regering beslist om een reeks sociaaleconomische steunmaatregelen te verlengen.
Dit ontwerp van koninklijk besluit voert één van die maatregelen uit en bepaalt dat de 120 bijkomende vrijwillige overuren gepresteerd in het tweede kwartaal van 2021 in de essentiële sectoren worden uitgesloten van het loonbegrip in de sociale zekerheid. Er zijn dus geen sociale bijdragen op verschuldigd. Deze steunmaatregel is een verlenging van een maatregel die tijdens de eerste golf werd ingevoerd (koninklijk besluit van 5 juni 2020) en bij het koninklijk besluit van 28 december 2020 werd verlengd voor het vierde kwartaal van 2020 en het eerste van 2021.
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.
Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19, § 2, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders