Cijfers van de economische begroting 2021
De ministerraad neemt op voorstel van minister van Economie Pierre-Yves Dermagne akte van de cijfers van de economische begroting 2021, meegedeeld door het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR), overeenkomstig de wet van 21 december 1994.
De economie van de eurozone werd in de eerste helft van 2020 hard getroffen door de coronapandemie. Na de versoepeling van de contactbeperkende maatregelen toonde ze zich – net als de rest van de wereldeconomie – veerkrachtig in het derde kwartaal. Nieuwe besmettingsgolven noopten de eurolanden evenwel tot het aanscherpen van de restricties, die in deze fase vooral de dienstensector treffen. Het herstel zou opnieuw vaart krijgen in de lente, naarmate de vaccinatiecampagnes op kruissnelheid komen en het vertrouwen van de consumenten en de ondernemers vergroten. De eurozone zou in 2021 groeien met 4,4 %, na een krimp van 6,8 % in 2020. Deze vooruitzichten zijn omgeven met veel onzekerheid. In heel wat landen is het aantal besmettingen nog niet onder controle en kunnen leveringsproblemen het vaccinatietempo afremmen. Anderzijds kan niet uitgesloten worden dat, eens de pandemie onder controle is, het verdere herstel van de Europese economie krachtiger zou zijn dan momenteel wordt verwacht.
In de lente van 2020 werd de activiteit in grote delen van de Belgische economie teruggeschroefd of stilgelegd om het aantal besmettingen terug te dringen. Versoepelingen zorgden voor een fors economisch herstel in het derde kwartaal, maar nieuwe inperkingsmaatregelen belemmerden een verdere inhaalbeweging in het vierde kwartaal. In lijn met de overige eurolanden, zou het herstel van de Belgische economie ook in het eerste kwartaal van 2021 nog haperen, maar vervolgens weer op gang komen, aangedreven door de uitvoer en de particuliere consumptie. Op jaarbasis zou de Belgische economie hernemen met 4,1 % in 2021, na een krimp van 6,2 % vorig jaar.
Tussen het vierde kwartaal van 2019 en het vierde kwartaal van 2020 nam de werkgelegenheid af met 39 000 personen, wat beduidend minder is dan verwacht. Dat weerspiegelde zich bovendien slechts gedeeltelijk in oplopende werkloosheid (+16 000 personen) omdat de beroepsbevolking afnam tijdens de eerste helft van het jaar. Rekening houdend met gunstige startpunten eind 2019 bleef de jaargemiddelde daling van de werkgelegenheid beperkt tot minder dan 7 000 personen, terwijl de jaargemiddelde toename van de werkloosheid slechts 11 000 personen bedroeg.
Ondanks het economisch herstel dreigt in 2021 bijkomend substantieel werkgelegenheidsverlies (-48 000 personen tussen het vierde kwartaal van 2020 en het vierde kwartaal van 2021). Ook in jaargemiddelden zou de afname van de totale werkgelegenheid (-30 000 personen) meer uitgesproken zijn dan in 2020. Bovendien vallen de oorzaken die een rem zetten op de groei van de beroepsbevolking weg, zodat de krimp in de werkgelegenheid nu ten volle tot uiting zal komen in oplopende werkloosheidscijfers. In jaargemiddelden zou de werkloosheid in 2021 dan ook aanzienlijk sterker toenemen (+48 000 personen) dan vorig jaar.
De inflatie, gemeten aan de hand van het nationaal indexcijfer van de consumptieprijzen, zou afkoelen van 1,4 % in 2019 tot 0,7 % dit jaar en hernemen tot 1,3 % in 2021. De groei van de gezondheidsindex zou dit jaar 1,0 % en volgend jaar 1,1 % bedragen. De huidige spilindex (109,34) zou niet overschreden worden in 2021.