Vermindering van de broeikasgasintensiteit van transportenergie
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Klimaat Zakia Khattabi een ontwerp van koninklijk besluit goed tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 juni 2018 tot vermindering van de broeikasgasintensiteit van transportenergie.
Het koninklijk besluit van 29 juni 2018 zet de Europese richtlijn (EU) 2015/652 tot vaststelling van berekeningsmethoden en rapportageverplichtingen en artikel 7 van Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof om in Belgisch recht. De bedoeling is om de broeikasgasuitstoot van transportenergie te verminderen. Daartoe moeten de lidstaten een reductiedoelstelling van 6% opleggen aan elke leverancier van transportbrandstoffen.
Toch maakt het accijnsstelsel voor landbouw-, industriële en commerciële toepassingen geen onderscheid naargelang het product aangewend wordt voor verwarmingsdoeleinden dan wel voor mobiele toepassingen. Zoals wettelijk bepaald, wordt gasolie bij de eerste uitslag tot verbruik altijd als verwarmingsgasolie tot verbruik uitgeslagen. De herkwalificatie naar gasolie voor de toepassingen van ‘niet voor de weg bestemde mobiele machines’ vindt plaats verderop in de bevoorradingsketen of bij de eindverbruiker.
Het ontwerp voorziet in de toevoeging van een methode om de hoeveelheid transportbrandstof voor ‘niet voor de weg bestemde mobiele machines’ te berekenen. Deze methode is gebaseerd op de in verbruik gestelde hoeveelheid gasolie-10ppm en zorgt ervoor dat de FQD-verplichtingen werkbaar en afdwingbaar kunnen worden vastgesteld voor de ‘niet voor de weg bestemde mobiele machines’-transportbrandstoffen.
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.