Vergoedingen voor de advocaten belast met de tweedelijnsbijstand
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Justitie Koen Geens twee ontwerpen van ministerieel besluit goed over de vergoeding voor advocaten in het kader van de tweedelijnsbijstand en de subsidie voor de kosten verbonden aan de organisatie van de bureaus voor juridische bijstand.
De ontwerpen leggen voor dit jaar de waarde van de vergoeding voor advocaten vast op 75,09 euro. De kosten van de bureaus voor juridische bijstand worden gedekt door een jaarlijkse subsidie van 8,108% van deze vergoeding.
Deze twee subsidies worden gefinancierd door middel van limitatieve en variabele kredieten van het Fonds voor de juridische tweedelijnsbijstand. De kredieten voorzien in de begroting zijn opgesplitst als volgt:
vergoeding van de advocaten | kosten voor organisatie van de bureaus voor juridische bijstand | |
limitatieve kredieten | 86.275.000 euro | 6.995.000 euro |
variabele kredieten | 13.810.000 euro | 1.120.000 euro |
Ontwerp van ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 2 van het koninklijk besluit van 20 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de vergoeding die aan advocaten wordt toegekend in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand en inzake de subsidie voor de kosten verbonden aan de organisatie van de bureaus voor juridische bijstand
Ontwerp van ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 6 van het koninklijk besluit van 20 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de vergoeding die aan advocaten wordt toegekend in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand en inzake de subsidie voor de kosten verbonden aan de organisatie van de bureaus voor juridische bijstand