Penitentiaire arbeid: vergoedingen voor ongevallen, arbeid en gelijkgestelde activiteiten
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Justitie Koen Geens twee ontwerpen van koninklijk besluit goed die de wetgeving over het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden op het gebied van de penitentiaire arbeid uitvoeren.
Het eerste ontwerp omvat de regels voor de toekenning van de vergoeding aan gedetineerden die het slachtoffer zijn van een arbeidsongeval in de gevangenis. Het legt de te volgen procedure uit om een ongeval als arbeidsongeval te doen erkennen, en regelt de vergoeding, afhankelijk van de omstandigheden van het ongeval.
Het tweede ontwerp stelt het bedrag van de inkomsten voor de in de gevangenis verrichte arbeid en het bedrag van de opleidingstoelage vast. Dit is de vergoeding voor de deelname aan vormingsactiviteiten die gelijkgesteld zijn met arbeid. Het vastgestelde bedrag van de arbeidsinkomsten situeert zich tussen 0,75 en 4 euro per uur. Het gaat om een vergoeding per stuk, die niet meer kan bedragen dan gemiddeld 4 euro per uur. De opleidingstoelage is een vast bedrag van 0,70 euro per uur, met een maximum van 25,20 euro per week.
De ontwerpen worden ter advies voorgelegd aan de Raad van State.
Ontwerp van koninklijk besluit betreffende de vergoeding van de gedetineerden die het slachtoffer zijn van een penitentiair arbeidsongeval
Ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag en de toekenningsvoorwaarden van de inkomsten uit arbeid en van de opleidingstoelage en tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de tijd besteed aan vormingsactiviteiten in de gevangenis met arbeidstijd wordt gelijkgesteld