Euthanasie door een Franse arts op een Franse patiënt(e) in een Belgisch rusthuis
Briefadvies nr 9 (2018 10 22): euthanasie door een Franse arts op een Franse patiënt(e) in een Belgisch rusthuis
In dit advies bestudeert het Comité of een in Frankrijk gevestigde arts met zijn/haar patiënt naar België kan komen en deze in een Belgisch centrum voor kortverblijf of in een Belgisch woonzorgcentrum kan laten opnemen om aldaar op verzoek van zijn/haar patiënt euthanasie toe te passen.
Het Comité benadrukt dat de vereisten van de Euthanasiewet altijd moeten worden nageleefd en geëerbiedigd, zowel naar letter als naar geest: de behandel- en zorgrelatie en onder meer de relationele aspecten arts-patiënt, zijn van primordiaal belang. De arts dient de patiënt goed te kennen om zijn/haar vraag om euthanasie goed te kunnen inschatten: wat is de achtergrond van de euthanasievraag? Zijn er andere opties? Wat is de familiale omgeving van de persoon die om euthanasie verzoekt? Wat is de verpleegkundige omkadering?
Dit gezegd zijnde tekenen er zich twee tendensen af binnen het Comité.
1. Voor sommige Comitéleden maakt dit geheel van zorgvuldigheidsvereisten dat er grote vraagtekens moeten worden geplaatst bij de praktijk waarbij een Franse arts op regelmatige basis met patiënten uit Noord-Frankrijk naar ons land zou komen voor het toepassen van euthanasie.
Wat de plaats betreft waar de euthanasie zou worden uitgevoerd – een centrum voor kort verblijf of een woonzorgcentrum – merken deze leden op dat het niet strookt met de doeleinden van deze centra om een patiënt ernaar over te brengen met de loutere bedoeling euthanasie bij hem of haar toe te passen: deze centra zijn daarvoor niet primair bedoeld. Dat sluit evenwel niet uit dat een centrum uitzonderlijk kan ingaan op een dergelijk verzoek. Sommigen van deze leden bevelen daarvoor een ad hoc-procedure aan, waarbij meerdere betrokkenen zich buigen over het verzoek, daarbij rekening houdend met de specifieke karakteristieken van de casus.
Anderen van deze leden kunnen zich hiermee principieel akkoord verklaren, maar vrezen dat wanneer men het in deze centra occasioneel toelaat, men de deur openzet voor een praktijk die misschien toch snel een gewoonte kan worden. Zij bevelen aan om te zoeken naar andere settings.
2. Andere leden zijn van mening dat zonder enig ethisch bezwaar een arts, van Belgische nationaliteit of niet, die bevoegd is om in België te praktiseren, in België een euthanasie kan uitvoeren onder de voorwaarden bepaald door de euthanasiewet van 8 mei 2002 en dat bijgevolg geen van de hierboven uiteengezette voorzorgen gerechtvaardigd is.
Alle leden van het Comité onderlijnen overigens dat niet enkel de Euthanasiewet moet nageleefd worden, maar ook de Patiëntenrechtenwet en de Wet betreffende de palliatieve zorg. Zij vragen zich af of deze regelgevingen wel voldoende gekend zijn door buitenlandse artsen.
Contactpersoon: Professeur Paul Cosyns (gsm: 0486 53 03 25)