Het meten van dak- en thuisloosheid in België / La mesure des sans-abris en Belgique / Measuring Homelessness in Belgium (MEHOBEL)
Studie onderzoekt nieuwe meetmethode voor dak- en thuislozen en vindt verborgen dakloosheid in landelijke gemeenten: 1 op 13 OCMW-cliënten is dak- of thuisloos.
Uitgevoerd door een interuniversitair consortium van KU Leuven, Université de Liège en La Strada, in het kader van het onderzoeksprogramma BRAIN-be (Belgian Rersearch Action through Interdisciplinary Network) van het Federaal Wetenschapsbeleid (BELSPO).
Onderzoekers van KU Leuven (LUCAS en HIVA), Université de Liège en la Strada ontwikkelen een nieuwe meetstrategie om dak- en thuisloosheid in kaart te brengen. Het onderzoeksproject MEHOBEL (Measuring homelessness in Belgium) stelt nieuwe strategieën voor en testte deze uit in enkele landelijke gemeenten.
Betrouwbare data over het aantal en het profiel van dak- en thuislozen is een cruciaal onderdeel van een nationaal actieplan tegen dak- en thuisloosheid. Cijfergegevens helpen om prioriteiten te stellen en specifieke initiatieven te formuleren om dak- en thuisloosheid te bestrijden en hun effectiviteit te monitoren en te evalueren.
Buitenlandse goede voorbeelden werden geanalyseerd, de mogelijkheden van administratieve databanken en bestaande registratiesystemen verkend, en data-experten en praktijkwerkers uit de drie regio’s geïnterviewd. Dit resulteert in een beschrijving van noodzakelijke principes en concrete methoden. Daarnaast levert dit onderzoeksproject een bijdrage aan de groeiende wetenschappelijke kennis over het meten en monitoren van verborgen en meer rurale dak- en thuisloosheid en over de mogelijkheden en beperkingen van de capture-recapture methode.
EEN EUROPESE DEFINITIE
De vraag naar het aantal dak- en thuislozen is immers geen eenvoudige vraag. Wie beschouwen we als dak- en thuisloos en welke meetmethoden hanteren we om het aantal in kaart te brengen? Ook al verzamelen beleids- en praktijkwerkers in Vlaanderen, Wallonië en het Brussels Gewest heel wat gegevens, de informatie is slechts beperkt vergelijkbaar en laat nauwelijks uitspraken toe over België. Deze studie definieert dak- en thuisloosheid aan de hand van de European Typology of Homelesness and Housing Exclusion (ETHOS) die een onderscheid maakt tussen dakloosheid, thuisloosheid, onzekere huisvesting en ontoereikende huisvesting. Tijdens het onderzoeksproces is ETHOS Light het operationeel instrument. Deze Light versie is speciaal ontwikkeld als onderzoeksinstrument en maakt een onderscheid tussen 6 categorieën van dak- en thuisloosheid.
DE STRATEGIE BESTAAT UIT VERSCHILLENDE INSTRUMENTEN EN TERMIJNEN
Een eerste belangrijke conclusie is dat het onmogelijk is om dak- en thuisloosheid te meten aan de hand van één methode of instrument. Om de problematiek omvattend in kaart te brengen is dus een combinatie van instrumenten nodig. Een tweede belangrijke bevinding is de nood aan een strategie met een evenwicht tussen beschikbare resultaten op korte termijn en een langetermijnstrategie die dak- en thuisloosheid uitgebreid in kaart brengt. Een derde belangrijke conclusie is dat een monitoringsstrategie gestoeld is op een aantal principes die de gegevensverzameling in goede banen moet leiden.
Samen met de betrokken stakeholders identificeren we 13 cruciale principes. De belangrijkste zijn:
(1) de strategie moet deel uitmaken van een nationaal actieplan;
(2) is gebaseerd op een mixed-methods benadering zodat geen groepen worden uitgesloten;
(3) betrek de verschillende stakeholders in elke stap van de monitoringstrategie. Zo ontvangen alle betrokken actoren feedback over de verzamelde gegevens;
(4) er is een duidelijk engagement van beleidsmakers om het beleid te stoelen op de resultaten van de monitoring;
(5) het verzamelen van gegevens mag nooit een negatieve impact hebben voor dak- en thuislozen.
VERBORGEN DAKLOOSHEID IN LANDELIJKE GEMEENTEN
In een deelstudie tonen we aan dat dak- en thuisloosheid niet enkel in steden voorkomt. In een studie bij vijf meer rurale OCMW’s analyseerden we samen met 27 sociaalwerkers 953 actieve cliëntdossiers. In deze rurale OCMW’s vinden we dat 1 op 13 OCMW-cliënten dak- of thuisloos is volgens de ETHOS Light typologie. Meer dan de helft van deze cliënten is “verborgen dak- of thuisloos”: ze verblijven niet op straat of in specifieke opvangdiensten voor dak- en thuislozen, maar tijdelijk bij familie/vrienden (de zogenaamde sofa-slapers of –surfers) of in niet-conventionele ruimtes (zoals een garage, een auto, een tuinhuis, een kraakpand). Het is noodzakelijk dat deze omvangrijke kwetsbare groep meer aandacht krijgt, in de eerste plaats in de praktijk, die vaak hun kwetsbare situatie onderschat. Maar ook in de politiek en de wetenschap moet de kennis rond verborgen en rurale dak- en thuisloosheid op de agenda komen.
VIJF INSTRUMENTEN VOOR EEN BELGISCHE STRATEGIE
Hieronder stellen we de vijf instrumenten voor die samen de Belgische monitoringsstrategie vormen.
1. Organiseer een nationale point-in-time telling
Een twee- of vierjaarlijks meetmoment in België, geïnspireerd op de Brusselse dak- en thuislozentelling en goede Europese praktijken. Dit geeft op korte termijn een zicht op het aantal en het profiel van de dak- en thuislozen.
Een minimumaanpak peilt op een welgekozen dag naar de gebruikers van diensten specifiek voor dak- en thuislozen (residentiele opvangcentra, nachtopvang en OCMW-doorgangswoningen). Een meer ambitieus plan brengt eveneens de gebruikers van laagdrempelige diensten en personen die op straat slapen in grote steden in beeld.
Het is noodzakelijk dat er eveneens aandacht uitgaat naar dak- en thuislozen in kleinere gemeenten, in het bijzonder naar personen die tijdelijk inwonen bij familie/vrienden.
2. Presenteer jaarlijkse statistieken omtrent
a. Het aantal personen met een referentieadres
b. Huisvestingsmoeilijkheden (gemeten in het kader van EU SILC, de jaarlijkse survey naar de leefomstandigheden van huishoudens)
c. Het aantal huishoudens die meer dan 40 % van hun inkomen aan huisvesting besteden (EU SILC)
d. Het aantal gerechtelijke uithuiszettingen
e. Het aantal personen op wachtlijsten sociale huisvesting
3. Start met de integratie van ETHOS Light in alle registratiesystemen van de diensten die werken met dak- en thuislozen (in het bijzonder bij de OCMW) en bij andere publieke diensten
4. Start met aanpassingen voor de capture-recapture methode (een schattingsmethode gebaseerd op de kans dat eenzelfde thuisloze voorkomt in twee verschillende databanken of peilingen)
5. Herhaal SILC-CUT op geregelde tijdsintervallen
SILC-CUT is een lichte versie van EU-SILC, beter geschikt voor de verzameling van profielgegevens bij steekproeven van uitgesloten doelgroepen zoals dak- en thuislozen, en vergelijkbaar met kerngegevens van EU-SILC. Een eerste enquête bij dak- en thuislozen vond plaats in 2010 en leverde heel wat beleidsrelevante informatie op.
We bevelen aan zo snel mogelijk een taskforce op te richten die deze monitoringsstrategie operationaliseert. De gegevensverzameling wordt het best gecoördineerd door een onderzoeksgroep in samenwerking met het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting. De onderzoekers dringen er op aan dat de Interministeriële Conferentie die in het najaar wordt georganiseerd het thema vooraan op de agenda zet. Enkel met een duidelijk zicht op het aantal en de kenmerken van dak- en thuislozen kan er een efficiënt en gericht beleid gevoerd worden.
REFERENTIE
Demaerschalk, E., Italiano, P., Mondelaers, N., Steenssens, K., Schepers, W., Nicaise, I., Van Regenmortel, T., & Hermans, K. (2018) Measuring Homelessness in Belgium - Final Report. Brussels: Belgian Science Policy 2018 – 250 p. (BRAIN-be - (Belgian Research Action through Interdisciplinary Networks)
DOCUMENTEN
• Korte beschrijving (NL/FR/EN)
• Reports
a) Final Report 2018: Measuring Homelessness in Belgium
- Annex 1: Working paper - Estimating the homeless population Sampling strategies
- Annex 2: Working paper - More than a roof. A statistical profile of homeless people in Belgium
b) Samenvatting 2018: Het meten van dak- en thuisloosheid in België
c) Résumé 2018: La mesure des sans-abris en Belgique
d) Summary 2018: Measuring homelessness in Belgium
• Media: Science Connection n° 54 - Hoeveel daklozen zijn er nu in België?
BIJKOMENDE INLICHTINGEN
Prof. dr. Koen Hermans
LUCAS KU Leuven
koen.hermans@kuleuven.be
+32 (0) 476 / 66 33 9 66
Nicole Mondelaers
La Strada
nmondelaers@lastrada.brussels
02/880.86.89
Patrick Italiano
Université de Liège
p.italiano@ulg.ac.be
+32 (0)4 366 31 51
Prof. dr. Tine Van Regenmortel en
Prof. dr. Ides Nicaise
HIVA
tine.vanregenmortel@kuleuven.be / ides.nicaise@kuleuven.be
016/323123 / 016/323337