België en Panama erkennen elkaars zeevaartscholen

Deze overeenkomst is er gekomen op vraag van Panama. Na een audit van het Directoraat-Generaal Scheepvaart van de FOD Mobiliteit en Vervoer in maart 2018 is gebleken dat Panama voldoet aan de internationale voorschriften die een minimum opleidingsniveau van zeevarenden garanderen. Panama en België zijn dan ook overeenkomen dat de zeevarenden die zij opgeleid hebben, mogen varen op elkaars schepen. De twee landen erkennen daarmee elkaars zeevaartscholen en -opleidingen. In België studeren jaarlijks zo’n 130 zeevarenden af aan 6 verschillende onderwijsinstellingen.

Aangezien de Panamese vloot met meer dan 8.000 schepen de grootste vloot ter wereld is, biedt de overeenkomst tussen België en Panama biedt belangrijke economische voordelen voor de Panamese en Belgische reders en zeevarenden.

Philippe De Backer: “België en Panama bevestigen met deze ondertekening hun goeie relatie. Dankzij het akkoord kunnen Belgische scheepslui ook gaan werken op schepen onder Panamese vlag. Dit bewijst voor mij dat ook onze Belgische vloot en varen onder Belgische vlag een kwaliteitslabel is. België is en blijft een maritieme natie. Hiermee bevestigen we nogmaals onze koppositie als land in de internationale scheepvaart.”

België heeft daarnaast de Republiek Panama ook voorgedragen bij de Europese Commissie, zodat zij ook naast de Belgische erkenning een Europese erkenning kunnen krijgen. Europa zal begin volgend jaar een audit organiseren om de Panamese maritieme administratie en hun zeevaartscholen en -opleidingen door te lichten. Bij een positief resultaat zal Panama ook een Europese erkenning krijgen waardoor Europese rederijen Panamees opgeleide zeevarenden mogen aanwerven en omgekeerd.

Meer info:
Sven Heyndrickx
Woordvoerder FOD Mobiliteit en Vervoer
0473/83.64.90
pers@mobilit.fgov.be