Tewerkstelling van buitenlandse onderdanen die zich in een bijzondere verblijfssituatie bevinden - Tweede lezing
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Werk Kris Peeters in tweede lezing een ontwerp van koninklijk besluit goed tot uitvoering van de wet over de tewerkstelling van buitenlandse onderdanen die zich in een bijzondere verblijfssituatie bevinden.
Het ontwerp werd besproken op het overlegcomité en werd voorgelegd aan de Adviesraad voor de tewerkstelling van buitenlandse werknemers. Het is het resultaat van de uitvoering van de zesde staatshervorming inzake migratie en van de gedeeltelijke omzetting naar het Belgische recht van een Europese richtlijn over gecombineerde vergunningen.
De zesde staatshervorming voorziet dat de Gewesten voortaan bevoegd zijn voor de tewerkstelling van buitenlandse werknemers (arbeidskaarten A en B), met uitzondering van de normen over de arbeidskaart uitgereikt in functie van de bijzondere verblijfssituatie van de betrokken personen (arbeidskaart C). De Europese richtlijn over de gecombineerde vergunning* legt de lidstaten op om slechts één titel af te leveren aan de buitenlandse werknemers, die zowel het aspect verblijf als het aspect werk regelt.
Het ontwerp zorgt ervoor dat de buitenlandse onderdanen die zich in een specifieke verblijfssituatie bevinden, toegang hebben tot de arbeidsmarkt zonder dat zij, naast hun verblijfstitel, ook nog een arbeidskaart moeten hebben.
Het ontwerp wordt ter advies aan de Raad van State voorgelegd.
* richtlijn 2011/98/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011