Zelfstandigen: duur van de periode van niet-vergoedbare ongeschiktheid wordt ingekort
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Maggie De Block en van minister van Zelfstandigen Denis Ducarme een ontwerp van koninklijk besluit goed dat de duur wijzigt van de periode van niet-vergoedbare ongeschiktheid voor zelfstandigen.
In het kader van de uitkeringsverzekering van de zelfstandigen en meewerkende echtgenoten vormt de eerste maand van primaire ongeschiktheid op dit ogenblik de periode van primaire niet-vergoedbare ongeschiktheid. Tijdens die periode, die ook "carensperiode" wordt genoemd, ontvangt de zelfstandige titularis dus geen arbeidsongeschiktheidsuitkering.
Het ontwerp wil die carensperiode nu beperken tot de eerste twee weken van primaire ongeschiktheid en dit vanaf 1 januari 2018. De zelfstandige titularis zal dus vanaf de vijftiende dag van arbeidsongeschiktheid aanspraak kunnen maken op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. De tot 14 dagen beperkte carensperiode geldt voor de gevallen van arbeidsongeschiktheid die aanvangen vanaf 1 januari 2018.
Het ontwerp wordt voor advies overgemaakt aan de Raad van State.
Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten