Automatisering van de uitvoerbare titel inzake de belasting over de toegevoegde waarde
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Financiën Johan Van Overtveldt een voorontwerp van wet goed dat het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde wijzigt wat de automatisering van de uitvoerbare titel inzake de belasting over de toegevoegde waarde betreft.
Het voorontwerp van wet voorziet dat in geval van niet betaling van de btw, de interesten en de boetes, deze btw-schuld via een geautomatiseerde procedure aan een innings- en invorderingsregister wordt overgedragen. Dit register vormt voortaan de uitvoerbare titel voor de invordering van de btw-schuld en dit ter vervanging van het dwangbevel.
Vandaag vormt het dwangbevel een individuele uitvoerbare titel, uitgevaardigd door de ontvanger en geviseerd en uitvoerbaar verklaard door de bevoegde adviseur-generaal van de administratie belast met de vestiging van de btw. In tegenstelling tot het dwangbevel vormt het innings- en invorderingsregister een generieke lijst die periodiek en geautomatiseerd wordt gevestigd en uitvoerbaar wordt verklaard en die de identificatie bevat van de verschillende belastingschuldigen alsook het door elk van hen nog verschuldigde bedrag van de btw-schuld.
Door de ontvanger belast met het invorderen van een btw-schuld te ontlasten van de verplichting om de uitvoerende titel op te stellen (zoals nu reeds het geval is voor de directe belastingen) wordt een stap gezet in de harmonisering en de toenemende mate van automatisering van het invorderingsproces van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen, dat de algemene administratie van de inning en de invordering toekomt.
Het voorontwerp wordt voor advies overgemaakt aan de Raad van State.