Sociaaleconomische kloof tussen hoogopgeleiden en rest van de bevolking groeit – Armoederisico stijgt voor bevolking op actieve leeftijd
Uit de jaarlijkse analyse van de Europese sociale indicatoren door de FOD Sociale Zekerheid blijkt dat de globale sociale situatie in België de afgelopen jaren eerder stabiel is gebleven. Het algemene armoederisico voor de totale bevolking blijft in de nieuwe EU-SILC 2016 cijfers op ongeveer hetzelfde niveau (15,5%). Ook de inkomensniveaus en inkomensongelijkheid bleven stabiel.
Toch tekent zich onder deze algemene trend een steeds groter wordende kloof af tussen hoogopgeleiden en de rest van de bevolking.
Armoederisico bij ouderen blijft stabiel
Voor ouderen (65+) blijft het armoederisico in de meest recente cijfers van 2016 stabiel ten opzichte van 2015, na voortdurende dalingen in de vorige jaren. Het bevindt zich nu op hetzelfde niveau als het cijfer voor de totale bevolking.
Armoederisico groeit onder bevolking zonder hoger onderwijsdiploma
Voor de bevolking op actieve leeftijd wijzen de cijfers sinds 2010 echter op een stijging van het armoederisico. De kloof tussen hoog-en laagopgeleiden neemt verder toe. Opmerkelijk is dat ook personen met een gemiddeld opleidingsniveau (‘middengeschoolden’ met ten hoogste basisdiploma hoger secundair) achter blijven op hooggeschoolden.
De toename van het armoederisico situeert zich uitsluitend onder huurders, die globaal reeds een zwakker sociaaleconomisch profiel hebben.
Onder de laagste inkomens neemt het percentage personen dat gezondheidszorgen heeft moeten uitstellen verder toe.
Maggie De Block, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid: "Een van onze prioriteiten is de gezondheidszorg nog toegankelijker te maken en op de eerste plaats voor de meest kwetsbare patiënten. De groep van mensen met een verhoogde tegemoetkoming of sociaal zwakkeren telt in ons land 1,9 miljoen personen. Om de drempel naar een huisartsenbezoek voor hen te verlagen, hebben we ervoor gezorgd dat de derdebetalersregeling verplicht wordt toegepast. Dat betekent dat de patiënt enkel nog zijn persoonlijk aandeel moet betalen. De rest van de honoraria wordt rechtstreeks door het ziekenfonds aan de arts terugbetaald. Het systeem is in oktober 2015 ingevoerd en heeft zijn doel bereikt. Uit de eerste uitgavecijfers van het RIZIV blijkt dat het aantal huisartsencontacten (raadplegingen en thuisbezoeken samen) voor personen met een verhoogde tegemoetkoming in 2016 gestegen is met zes procent vergeleken met 2015."
Toegang tot werk en toereikendheid sociale uitkeringen blijven sleuteluitdagingen
De werkgelegenheidsgraad van laaggeschoolden stagneerde tussen 2015 en 2016, na een daling in de vorige jaren, terwijl de werkgelegenheid voor andere groepen licht steeg.
De doelmatigheid van de sociale uitkeringen is gestegen voor ouderen maar gedaald voor de bevolking op actieve leeftijd.
Enkele cijfers uit het rapport:
Stagnering armoederisico op verlaagd niveau onder ouderen (65+): Onder ouderen daalde het armoederisico van 21,4% naar 15,2% tussen 2005 en 2015. Tussen 2015 en 2016 bleef het armoederisico stabiel (15,4% in 2016).
Toenemende inkomenskloof onder actieve bevolking: Het (mediane) huishoudinkomen van laaggeschoolden in verhouding tot dat van hooggeschoolden daalde van 66% naar 57% tussen 2005 en 2016. Het huishoudinkomen van middengeschoolden bedroeg in 2016 zo’n 76% van dat van hooggeschoolden, een lichte daling t.o.v. 79% in 2013.
Toenemende kloof in armoederisico onder actieve bevolking: Het armoederisico van laaggeschoolden steeg tussen 2005 en 2016 van 19% naar 31%. Ook bij middengeschoolden steeg het armoederisco van 10% in 2010 tot 15% in 2016. Beide toenames zetten zich door in de meest recente data. Het armoederisico van hooggeschoolden ligt beduidend lager en bleef globaal constant sinds 2005, fluctuerend tussen 5% en 7%. Het globale armoederisico van de bevolking op actieve leeftijd steeg van 12,1% in 2010 tot 14,7% in 2016.
Toename uitstel gezondheidszorgen onder lage inkomens: Onder de laagste 20% inkomens stijgt het percentage personen dat aangeeft gezondheidszorgen te hebben moeten uitstellen van 4,2% naar 7,7% tussen 2011 en 2016.
Contact
Rudi Van Dam | expert bij de FOD Sociale Zekerheid
0473 63 61 35 |rudi.vandam@minsoc.fed.be
Persdienst FOD Sociale Zekerheid
0473 13 13 29 | press@minsoc.fed.be I @FODSZ
Meer informatie
De databron die als basis dient voor de analyse van de inkomens- en leefomstandigheden van de bevolking is de EU-SILC enquête. In België worden de gegevens van de EU-SILC enquête verzameld door de Algemene Directie Statistiek van de FOD Economie. De meest recente gegevens zijn deze van EU-SILC 2016 die midden mei 2017 werden vrijgegeven.
De analyse van deze gegevens door de FOD Sociale Zekerheid is beschikbaar in het Engels, met Nederlandstalige en Franstalige samenvattingen.