Woonstbetreding voor de aanhouding van personen in illegaal verblijf wordt wettelijk geregeld - Tweede lezing
De ministerraad keurt op voorstel van Minister Jan Jambon, Minister Koen Geens en Staatssectretaris Theo Francken in tweede lezing een voorontwerp van wet goed over de woonstbetreding in het kader van de uitvoering van de verwijderingsmaatregelen. Er wordt een sluitend wettelijk kader gecreëerd waarbinnen de onderzoeksrechter aan de Dienst Vreemdelingenzaken, in samenwerking met de politie, de machtiging verleent om een private woning te betreden, om zo de persoon in illegaal verblijf die daar woonachtig is over te brengen naar een gesloten centrum.
Er zijn voorwaarden gebonden aan het betreden van een woning. De woning van mensen zonder papieren kan enkel betreden worden mits machtiging van de onderzoeksrechter. Dit is de laatste stap in de verwijderingsprocedure. Eerst wordt ingezet op vrijwillige en begeleide terugkeer. De woonstbetreding is mogelijk na het verstrijken van de termijn die toegekend werd om de terugkeer voor te bereiden, én als de vreemdeling effectief niet meewerkt aan de verwijderingsprocedure. De woonstbetreding in de verblijfplaats van de vreemdeling wordt als noodzakelijk beschouwd om tot verwijdering van het grondgebied over te gaan.
Indien personen in illegaal verblijf niet vrijwillig wensen terug te keren, is de Dienst Vreemdelingenzaken belast met het overbrengen van die personen naar een gesloten centrum met het oog op het organiseren van een gedwongen terugkeer. Problematisch hierbij was dat dit enkel kon indien zo'n persoon op een openbare plaats aangetroffen werd. Personen thuis ophalen kon, maar slechts met instemming van de betrokkene.
Als de vreemdeling geen identiteitskaart of paspoort voorlegt, kan de politie in de verblijfplaats van de vreemdeling zoeken naar elk document waardoor de identiteit van de vreemdeling kan worden vastgesteld of geverifieerd. Het gaat hier om woonstbetreding in functie van de uitvoering van een administratieve beslissing tot verwijdering van het grondgebied na weigering om vrijwillig het grondgebied te verlaten. Dit gaat niet over een strafrechtelijke huiszoeking op zoek naar strafrechtelijk bewijs.