Wijziging van de organisatie en de werking van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Landbouw Willy Borsus een ontwerp van koninklijk besluit goed dat de vestigingsplaats, de organisatie en de werking van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen vaststelt.
Het koninklijk besluit van 20 december 2007 dat de vestigingsplaats, de organisatie en de werking van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) vaststelt, moet worden gemoderniseerd en aangepast aan de praktijk. Het ontwerp heeft onder meer tot doel om de buitendiensten van het FAVV te herstructureren. Door de evolutie van de actoren van de voedselketen en haar complexiteit, de wijziging in het personeelsplan in functie van de prioriteiten met betrekking tot controle en de doelstelling van het controleplan en de noodzakelijke rationaliseringsmaatregelen met betrekking tot de budgettaire beperkingen maken een reorganisatie van de controle-eenheden noodzakelijk.
Het ontwerp laat toe om de geografische spreiding van de controle-eenheden los te koppelen van de provincies. Daarnaast wordt voorzien dat ook thematische controle-eenheden opgericht kunnen worden. Het FAVV voorziet dat er in de toekomst niet noodzakelijk meer gewerkt moet worden met provinciaal georganiseerde controle-eenheden, maar waar aangewezen met grotere eenheden. Het aantal controle-eenheden wordt teruggebracht van 11 naar 9.
In de praktijk betekent dit dat het westen van Vlaams-Brabant samen met Oost-Vlaanderen een controle-eenheid zal vormen en het oosten van Vlaams-Brabant met Limburg. Waals-Brabant en het grootste deel van Namen vormen ook een nieuwe controle-eenheid. Aan de controle-eenheid Luxemburg worden vier gemeenten van de provincie Namen toegevoegd (Beauraing, Gedinne, Bièvre, Vresse-sur-Semois).Voor West-Vlaanderen, Antwerpen, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Henegouwen en Luik zijn er geen wijzigingen voorzien.
Het ontwerp voorziet ook enkele wijzigingen betreffende de diensten van de gedelegeerd bestuurder en de opdrachten van het bestuur van de laboratoria. De bevoegdheden van de sectoriële directies en van de stafdirecties van het Bestuur van Controlebeleid worden verduidelijkt.
Dit ontwerp beoogt ten slote de bepaling betreffende onverenigbaarheden binnen het auditcomité ingesteld bij het Agentschap te wijzigen, door te preciseren dat het personeel van een inrichting die onderworpen is aan de controle van het Agentschap geen lid van dit comité mag zijn indien deze inrichting een winstoogmerk heeft en voedselproducten op de markt brengt.
Het ontwerp wordt voor advies aan de Raad van State overgemaakt.