Succesvolle CITES-top: betere bescherming voor schubdieren en actieplannen tegen illegale ivoorhandel
Op de top in Johannesburg over de internationale handel in bedreigde dieren en planten (CITES) zijn een aantal belangrijke beslissingen genomen. Zo worden alle schubdieren (pangolins), waarvan de schubben zeer gegeerd zijn voor traditionele Chinese medicijnen, toegevoegd aan de lijst van beschermde soorten die niet meer verhandeld mogen worden. Ook de grijze roodstaart (bij ons een populaire papegaaisoort), de berberaap en enkele reptielen maken voortaan deel uit van deze lijst. Landen die bijdragen aan de illegale ivoorhandel moeten een nationaal actieplan opstellen met concrete maatregelen tegen stroperij. België van zijn kant financiert het African Elephant Fund en ondersteunt de activiteiten van het nationaal park Virunga in de Democratische Republiek Congo.
“De uitkomst van de Cites-top zie ik als een succes. België heeft de hoogste beschermingsgraad voor het merendeel van de olifanten steeds verdedigd”, zegt Marie Christine Marghem, federaal minister van Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling. “De uitzondering voor Namibië, Zuid-Afrika, Zimbabwe en Botswana waar de olifantenpopulatie niet met uitsterven is bedreigd, is een duidelijk signaal dat we een duurzaam beheer blijven nastreven en ook rekening houden met de bekommernissen van de lokale bevolking. Beide maatregelen moeten de strijd tegen de illegale ivoorhandel kracht bijzetten.”
In totaal werden 62 voorstellen om specifieke dier- en plantensoorten beter te beschermen, besproken door de afgevaardigden van de 183 landen die CITES (the Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora) ondertekenden. Daarnaast werden ook meer dan 80 beleidsmatige en technische maatregelen besproken om tot een duurzamere handel in deze soorten te komen.
DE MAATREGELEN
Meer bescherming voor soorten die met uitsterven bedreigd zijn België en Europa ijverden op deze top met succes voor de volgende soorten, die voortaan de hoogste beschermingsgraad krijgen en dus niet meer in het wild mogen gevangen worden om verhandeld te worden (bijlage 1):
- Alle schubdieren (de vier Afrikaanse en de vier Aziatische soorten), die steeds vaker illegaal verhandeld worden: voor 1 kg schubben die verwerkt worden in Chinese medicijnen zijn 2 à 3 schubdieren nodig.
- De grijze roodstaart, een papegaai die heel vaak als huisdier wordt gehouden. In de toekomst zal dit dier enkel kunnen worden in- en uitgevoerd en verhandeld in de EU mits gekweekt in gevangenschap en voorzien van identificatie en een certificaat.
- En daarnaast ook de berberaap, een aantal reptielen, …
Soorten die voortaan enkel mogen verhandeld worden mits bijkomende beschermingsmaatregelen (bijlage 2) zijn:
- Verschillende dalbergia (rosewood en palissander) en bubinga (rosewood) houtsoorten. België is een grote invoerder van rosewood hout. Deze twee houtsoorten worden ook in China gebruikt om traditionele meubels te maken.
- De voshaaien, de zijdehaai en de duivelsroggen.
Wat werd er beslist over de olifant?
De situatie blijft dezelfde: de olifanten blijven op bijlage 1 (voor het merendeel van de Afrikaanse landen) en op bijlage 2 (voor vier Zuid-Afrikaanse landen).
Enerzijds werd een hervatting van de ivoorhandel gevraagd door Namibië, Zimbabwe, en Zuid-Afrika, na het moratorium dat deze landen gerespecteerd hebben sinds de eenmalige verkoop die door CITES werd toegestaan in 2007. Deze vraag werd niet aanvaard wegens de huidige hoge mate van stroperij en de daarmee gepaard gaande illegale handel in ivoor. Anderzijds moest ook rekening worden gehouden met het feit dat de olifanten in deze landen en in Botswana niet hetzelfde beschermingsniveau krijgen (ze staan op bijlage 2) als alle andere Afrikaanse olifanten (die op bijlage 1 staan). Deze 4 landen kennen immers een constante evolutie in hun olifantenpopulaties zodat ze niet meer aan de biologische criteria van het totaal handelsverbod van bijlage 1 voldoen. Bovendien zouden in het geval dat alle Afrikaanse olifanten op bijlage 1 zouden worden toegevoegd verschillende landen een reserve hebben aangelegd, waardoor handel tussen deze landen wel mogelijk zou zijn.
Kortom, de ivoorhandel zou net terug hervat worden, wat België en Europa wilden vermijden. Het zou ook deze vier landen straffen die hun olifantenpopulaties net goed beheren. Daarnaast zouden de duurzame jacht en beperkte handel in huiden en haren dan ook niet meer mogelijk zijn, of toch sterk bemoeilijkt worden, terwijl deze net zorgen voor een drijfveer bij de lokale bevolking die uiteindelijk moet samenleven met deze dieren en cruciaal zijn voor de bescherming.
Er werden wel twee belangrijke maatregelen genomen om de illegale ivoorhandel tegen te gaan:
- Landen met een legale interne ivoormarkt maar die ervan verdacht worden ook aan illegale handel in ivoor te doen, worden met klem opgeroepen om die markt te sluiten. Daarnaast worden ook richtlijnen opgesteld om ivoorvoorraden te beheren.
- Landen die na onafhankelijke analyse expliciet worden aangeduid als landen die in belangrijke mate bijdragen aan de illegale ivoorhandel, moeten een actieplan (National Ivory Action Plan) opstellen met diverse maatregelen om deze illegale handel tegen te gaan. Het plan moet ook duidelijke afspraken bevatten over timing.
België heeft beslist om actief bij te dragen aan de strijd tegen illegale ivoorhandel door projecten die door de Afrikaanse landen in het kader van het African Elephant Fund worden voorgesteld te financieren (zoals het opleiden van wachters die de reservaten bewaken), en door het nationaal park Virunga in de Democratische Republiek Congo te ondersteunen. Directeur Emmanuel de Mérode, een Belg, leidt er de strijd tegen de stroperij van olifanten.
Maatregelen rond de handel in afgeleide producten
- Wat betreft de leeuw zal de handel in leeuwenbotten sterk ingeperkt en gemonitord worden.
- Voor de jachttrofeeën werd er een compromis bereikt tussen de Europese Unie en Zuid-Afrika, waarbij vanaf nu alle jachttrofeeën uitgevoerd moeten worden met een uitvoervergunning. Daarnaast wordt de nadruk gelegd op de duurzame jacht en op het feit dat er voordelen voor de soort zelf moeten zijn als er jacht wordt toegelaten.
- Er komt ook een muziekinstrumentencertificaat, waardoor muzikanten vlotter zullen kunnen rondreizen met hun muziekinstrument waarin een bedreigde dier- of plantensoort is opgenomen (hout, ivoor, …).
Tot slot zijn er ook een aantal soorten waarvoor de beschermingsmaatregelen werden teruggeschroefd (de Amerikaanse bizon) of volledig geschrapt (zoals de Floridapanter, de Kaapse bergzebra en de geelpluimhoningeter, een zangvogel). Dit betekent dat er geen risico meer bestaat voor de wilde populatie.
CITES biedt bescherming aan 5.000 diersoorten en 28.000 plantensoorten. De volgende CITES-top vindt plaats in 2019. Meer informatie over CITES vindt u op www.citesinbelgie.be
PERSCONTACT: Ingrid Van Daele – woordvoerster minister Marghem – gsm: 0470/320 262 - e-mail: ingrid.vandaele@marghem.fed.be