Willy Borsus richt een volwaardig statuut op van student-ondernemer
De Ministerraad heeft vandaag de oprichting goedgekeurd van het statuut van student-ondernemer.
De ondernemingsgeest is nog veel te zwak in België, en dan vooral bij de jongeren. Op basis van de enquêtes naar de arbeidskrachten van Eurostat, zien we dat het percentage zelfstandigen bij de jongeren (jonger dan 25 jaar) 5,9% bedraagt in België, tegen 7,5% op Europees niveau (in 2015).
Daarom vond minister van Zelfstandigen en KMO’s Willy Borsus het nodig om een volwaardig statuut op te richten dat rekening houdt met de specificiteiten van deze toch wel bijzondere categorie van ondernemers: “De ondernemingsgeest laat zich niet opleggen, hij wordt ingefluisterd. Bijvoorbeeld door gunstige voorwaarden en een gunstig statuut te creëren. Daarom ligt het me na aan het hart om een echt statuut in te voeren voor alle studenten die de stap durven zetten om aan het ondernemerschap te beginnen. We mogen initiatief niet blokkeren, we moeten het faciliteren, omkaderen en ondersteunen. Er zijn in België 478.000 studenten (bron Eurostat). Ik hoop dat ons land meerdere honderden studenten-ondernemers zal kunnen tellen in de toekomst. Onder hen zal ongetwijfeld een aantal deze activiteit op een duurzame manier voortzetten en zo de zelfstandige verantwoordelijken van een onderneming en de werkgevers van morgen worden.”
Nieuw statuut
Het voorontwerp van wet creëert een statuut voor de studenten-ondernemers die jonger dan 25 jaar zijn, die reglementair ingeschreven zijn voor de lessen in een onderwijsinstelling om een diploma te behalen dat erkend is door een bevoegde autoriteit in België.
Het toekomstige statuut van student-ondernemer voorziet het volgende:
- een gunstig stelsel van bijdragen aan het sociaal statuut van zelfstandigen voor de studenten die inkomsten hebben die lager zijn dan de drempel die van kracht is voor de zelfstandigen in hoofdberoep (13.010,66 € voor 2016). De studenten-ondernemers zullen vrijgesteld zijn van sociale bijdragen voor de inkomsten onder een bepaalde drempel:
Geen bijdragen als hun jaarlijkse inkomsten lager zijn dan 6.505,33 €;
Tarief van 21% (20,5% vanaf 2018) op de inkomstenschijf tussen 6.505,33 € en de beroepsinkomstendrempel van 13.010,66 €;
- Het behoud van rechten op het vlak van gezondheidszorgen als persoon ten laste als de inkomsten lager zijn dan 6.505,33 € en als titularis indien de student bijdragen betaalt. Bovendien tellen de periodes waarvoor de student bijdragen betaalt (ook verminderde bijdragen) om rechten te openen op het vlak van arbeidsongeschiktheid/invaliditeit/moederschap;
- Tot slot zullen de inkomsten uit alternerend leren niet in aanmerking worden genomen als bestaansmiddel van de studenten om fiscaal ten laste te blijven van hun ouders. Het gaat om 14.000 mensen over heel België. De vergoeding die deze studenten ontvangen, zal dus niet in aanmerking worden genomen voor de berekening van de inkomsten om persoon ten laste te zijn (ten belope van 2600€ niet-geïndexeerd).
Wat al bestaat
Momenteel heeft een student die begint als zelfstandige het statuut van zelfstandige in bijberoep. Dit impliceert met name inzake sociale bijdragen dat:
als de student jaarlijkse inkomsten heeft die lager zijn dan 1439,42 €, hij geen bijdragen betaalt;
als de student jaarlijkse inkomsten heeft tussen 1439,42 € en 6815,52 €, hij (verminderde) bijdragen betaalt;
als de student jaarlijkse inkomsten heeft die hoger zijn dan 6815,52 €, hij de bijdragen betaalt van de zelfstandigen in hoofdberoep (21,5 %) en dit op alle ontvangen inkomsten vanaf de eerste euro.
We moeten opmerken dat de inwerkingtreding van de toekomstige wet voorzien is voor 1 januari 2017 (wat het bijdragetarief verklaart van 21% omdat zij verminderd werden in het kader van de taxshift).
Dit volwaardige statuut van student-ondernemer zal zeer zeker een goede zaak zijn voor de student, maar zou ook een aantrekkend en een positief effect moeten hebben op de andere studenten.
tres étudiants.