Procedure voor de aflevering van afwijkende toelatingen tot invoer, uitvoer of doorvoer van invasieve uitheemse soorten verboden in de Europese Unie
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Leefmilieu Marie Christine Marghem een ontwerp van koninklijk besluit goed dat de procedure en de voorwaarden vastlegt om een toelating tot invoer, uitvoer of doorvoer toe te kennen, op te schorten of in te trekken voor invasieve uitheemse soorten die zorgwekkend zijn in de Europese Unie.
Het ontwerp voert de wet van 12 juli 1973 uit over het natuurbehoud, zoals gewijzigd door de wet van 16 december 2015 over diverse bepalingen inzake landbouw en leefmilieu, alsook de Europese verordening nr. 1143/2014 van oktober 2014 over de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten (EEG-verordening). Het ontwerp stelt de procedure en de voorwaarden vast om, conform de Europese reglementering, afwijkende toelatingen tot invoer, uitvoer of doorvoer af te leveren voor invasieve uitheemse soorten die verboden zijn in de Europese Unie.
De EEG-verordening bepaalt onder meer maatregelen voor het verbod op de handel en het houden en het gebruik van invasieve uitheemse planten- en diersoorten. Dit verbod is niet absoluut, aangezien er in de verordening een afwijkend toelatingsmechanisme is bepaald. Dit verbod heeft betrekking op twee situaties:
- artikel 8: de lidstaten zijn verplicht om te voorzien in een toelatingssysteem om de activiteiten op de zogenaamde soorten met het oog op ex situ behoud (zoo), wetenschappelijk onderzoek of voor onderzoek met als doel medische productie te kunnen blijven uitoefenen
- artikel 9: de lidstaten kunnen, om redenen van groot openbaar belang (alsook van economische of sociale aard) uitzonderlijk toelatingen aan instellingen afleveren om andere activiteiten uit te oefenen dan de activiteiten bedoeld in artikel 8
Het ontwerp voert een specifiek stelsel in op federaal niveau voor de toelatingen die worden toegekend in de afwijking van het verbod voor de soorten die bedoeld zijn om op het grondgebied van de Europese Unie te worden geïntroduceerd, alsook via de doorvoer onder douanetoezicht via dit grondgebied of te worden vervoerd naar of binnen de Europese Unie.
De aanvraag dient via een formulier te worden ingediend. In dit formulier worden de vereiste gegevens vermeld over het type soort of het aantal dieren of planten die het voorwerp van de grensoverschrijdende verplaatsing zullen moeten uitmaken. De aanvrager zal ook de genomen veiligheidsmaatregelen moeten toelichten. Voor de aanvragen die betrekking hebben op de toelating uit artikel 8 uit de verordening zal de administratie de aanvraag rechtstreeks kunnen behandelen, terwijl de aanvraag eerst via de Europese Commissie (DG Milieu) zal moeten passeren om het voorwerp van een toelating in de zin van artikel 9 uit de verordening te maken.
Het ontwerp van koninklijk besluit wordt voor advies aan de Raad van State voorgelegd.