Diverse bepalingen over ambtenarenzaken
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Defensie belast met Ambtenarenzaken Steven Vandeput een voorontwerp van wet goed met diverse bepalingen over ambtenarenzaken.
Het voorontwerp van wet bestaat uit drie delen. Het eerste deel van het voorontwerp wijzigt sommige bepalingen van de wet van 3 juli 1967 over arbeidsongevallen in de overheidssector, waaronder:
- de kwalificatie als arbeidsongeval van ongevallen als gevolg van terrorisme, overkomen tijdens de uitoefening van het ambt
- de schrapping van de vereiste om in de schriftelijke ingebrekestelling van de werkgever uitdrukkelijk te vermelden dat de getroffene of de rechthebbende, bij gebeurlijk ongeval, een burgerlijke aansprakelijkheidsvordering kan instellen als de werkgever nalaat de passende maatregelen te nemen
- de verjaring als een personeelslid geen aangifte van arbeidsongeval doet. In dat geval wordt, naar analogie met hetgeen is toegelaten voor de privésector, een verjaringstermijn van drie jaar voorgesteld, die ingaat vanaf het plaatsvinden van het ongeval
- de kennisgeving van het advies van de sociale inspecteurs en sociale controleurs over een geschil rond de erkenning van het arbeidsongeval, niet alleen aan de overheid, maar ook aan de getroffene of aan zijn rechthebbende
- de toekenning aan het Fonds voor Arbeidsongevallen van een recht op aanhangigmaking bij de arbeidsrechtbank wanneer de overheid een weigeringsbeslissing aanhoudt die het Fonds als ongegrond beschouwt
Het tweede deel van het voorontwerp van wet wijzigt het koninklijk besluit van 3 maart 1984 over de betaling na vervallen termijn van de wedden van sommige personeelsleden van de openbare sector. De wijziging heeft als doel de wedden van december, de toelagen, en alle andere elementen van de bezoldiging, die werden betaald in januari van het daaropvolgende jaar, vanaf nu in december te betalen aan de personeelsleden die nog onder het toepassingsgebied van het voornoemde koninklijk besluit vallen, zoals de federale ambtenaren en de militairen.
Het derde deel van het voorontwerp van wet beoogt de wijziging van de wet van 14 december 2000 om de betaling van overuren mogelijk te maken in plaats van de op dit ogenblik voorziene inhaalrust, wanneer er zich onvoorziene omstandigheden voordoen die dringende maatregelen vereisen.
Het voorontwerp van wet mag voor advies naar de syndicale onderhandeling in het Gemeenschappelijk Comité voor alle overheidsdiensten, in het comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten, de verschillende onderhandelingscomités van verschillende korpsen en de Raad van State.