De pensioenhervorming: de genderdimensie van de zware beroepen
Brussel, 08 januari 2016 – De Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en vrouwen wil in zijn advies nr. 149 over het gender van de zware beroepen in het kader van de pensioenhervorming de aandacht van de regering en de sociale partners vestigen op de noodzaak om rekening te houden met de genderdimensie in de zwaartefactoren van het werk. Deze denkoefening komt op een logisch moment nu de sociale partners overleggen over “objectieve criteria die zullen gebruikt worden om een herzienbare lijst van zware beroepen op te stellen, zowel voor de privé als voor de overheidssector”, zoals gevraagd door de minister van Pensioenen in zijn beleidsnota van november 2014.
Vaststelling
De zwaartefactoren zijn zelden of nooit het onderwerp van analyse. Het gaat in ieder geval zelden over jobs die hoofdzakelijk door vrouwen worden uitgeoefend. Het advies van de Raad verduidelijkt dat het niet het beroep zelf is dat “zwaar” is, maar dat de uitvoeringsomstandigheden het zwaar of zelfs moeilijk maken om het gedurende lange periodes te kunnen uitoefenen.
Zo wordt het beroep van bijvoorbeeld lerares, verpleegster of kassierster moeilijker om uit te oefenen als men geconfronteerd wordt met chronische pijnen, werkoverlast, extreme spanning of intimidatie.
Aanbevelingen
1. De Raad van de Gelijke Kansen vraagt de regering om een enquête uit te voeren in de vervrouwelijkte sectoren (sectoren met meer dan 40% vrouwen) om de werkomstandigheden te onderzoeken, de algemene en specifieke zwaartefactoren, de psychosociale factoren, en de risico’s te evalueren in termen van arbeidstijd (werkritme, tijdsbeheer, termijnen, uurregelingen enz.), de impact op de lichamelijke en geestelijke gezondheid, de krapte op de arbeidsmarkt, enz. Verwijzend naar een studie van het HIVA uit 2013 waarbij de jobmarkt wordt onderverdeeld in 7 clusters, stelt de Raad vast dat het hoofdzakelijk gaat om jobs met beperkte carrièreperspectieven die emotioneel belastend zijn en die niet beantwoorden aan de criteria voor fatsoenlijk werk.
2. Vervolgens zou een lijst met parameters/factoren kunnen opgesteld worden op een objectieve en voldoende pragmatische wijze om herbruikbaar te kunnen zijn voor evaluaties van de zwaarte van beroepen (inhoud, omstandigheden, omgeving, relatie) en taken met een genderdimensie. Volgens de Raad van de Gelijke Kansen zou dit de enige manier zijn om een toename van de indirecte discriminaties tegen vrouwen te vermijden in een toekomstig puntensysteem.
3. De Raad is bovendien van mening dat het in aanmerking nemen van de zwaarte van jobs moet samengaan met een beleid met het oog op de verbetering van de arbeidsomstandigheden en de preventie van vermijdbare moeilijke situaties gedurende alle als zwaar werk beschouwde periodes, in overeenstemming met de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van werknemers.
4. Tot slot vraagt de Raad aan de sociale partners die betrokken zijn bij het overleg over de pensioenhervorming om de arbeidsomstandigheden van vrouwen onder de loep te nemen, vanzelfsprekend in de vrouwelijke sectoren, maar ook in alle andere.
Meer informatie: Het advies nr. 149 is beschikbaar op de website van de Raad: www.raadvandegelijkekansen.be
Contact:
Dominique De Vos (FR) 0474/987500
domie.devos@outlook.com
Liesbeth Cornelis (NL) 02/233/41.76
liesbeth.cornelis@igvm.belgie.be
De Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen is een federaal adviesorgaan, opgericht bij Koninklijk Besluit van 15 februari 1993, vervangen door dat van 4 april 2003. De Raad is een beleidsinstrument om de feitelijke gelijkheid van mannen en vrouwen te realiseren en de directe en indirecte genderdiscriminaties weg te werken. Het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen verzekert het dagelijks secretariaat van de Raad.